Schriftelijke vraag van de Heer Tanguy VEYS
Vraag
Eind 2007 hebben minister van Financiën Didier Reynders en toenmalig minister van Begroting Freya Van den Bossche het prijskaartje van het Antwerpse gerechtsgebouw blindelings goedgekeurd. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Rekenhof (zie: http://www.ccrek.be/docs/Reports/2010/ 2010_31_Gent_Antwerpen_NL.pdf). Tijdens het onderzoek stelde het Rekenhof vast dat op het moment dat de minister van Financiën, na akkoord van de minister van Begroting, de dading met de bouwpromotor goedkeurde nog niet alle verantwoordingsstukken consulteerbaar waren. Zo hadden de ministers geen enkel bewijs voor 10 procent van het prijskaartje. Het Rekenhof becijfert de kostprijs van het gerechtsgebouw op 280 miljoen euro, meer dan tot op heden gedacht. Het prijskaartje van het gerechtsgebouw in Gent blijkt ook groter dan gedacht, en bedraagt 155 miljoen euro.
1. Hoe verklaart u dat eind 2007 de kostprijs van het Antwerpse gerechtsgebouw werd goedgekeurd, ook al waren nog niet alle verantwoordingsstukken consulteerbaar?
2. a) Werden er maatregelen genomen om in de toekomst te vermijden dat er dossiers worden goedgekeurd, ook al zijn nog niet alle verantwoordingsstukken consulteerbaar?
b) Zo ja, welke?
c) Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen :
1. Tot de bouw van een nieuw gerechtsgebouw in Antwerpen heeft de Ministerraad in 1996 beslist. De daaropvolgende Ministerraden hebben het project enkel kunnen bekrachtigen en voortzetten. Ze hebben hun beslissingen moeten aanpassen aan de toestand van de begroting, aan financiële, juridische en technische gegevens waarmee ze te maken kregen.
• De beslissing om in Antwerpen een nieuw gerechtsgebouw te bouwen dateert uit 1996. Ze was ingegeven door de verspreiding van de rechtbanken en hun diensten over 14 plaatsen. Bovendien kampten de diensten in deze vele gebouwen met plaatsgebrek. De beslissing lag in de lijn van het tweede meerjarenplan 1997- 2001 van Justitie. De beslissing hield ook in dat het project met alternatieve financiering zou worden betaald. Aanvankelijk werd de kostprijs geraamd op 76.800.000 euro.
• Bij de begrotingscontrole 2005 werd beslist het bedrag dat nodig was om de verhoging van de uitgave in vergelijking met de aanvankelijke begroting te dekken, te reserveren (notulen van 17.03.2005 van de bilaterale vergadering van 1.03.2005 van de FOD B&B, kenmerk BC1A/433/2005/19/4-B).
o Immers, de uitgave steeg van 222.834.001 naar 249.818.307 euro, een stijging met 26.984.306 euro of 12,1%.
o Er waren andere elementen om rekening mee te houden. Er was bijvoorbeeld het aandeel van de FOD Justitie. De totale kostprijs van het project liep aldus op tot 252.300.000 euro, wat een verschil uitmaakt van +29.465.999 euro tegenover de oorspronkelijk geraamde kost van 222.834.001 euro.
• Met de nota aan de Minister van Begroting van 22 november 2005 gaf de FOD B&B aan, in antwoord op de opmerkingen van het Rekenhof bij de aangepaste begroting 2006, dat de verkoopprocedure lopende was en dat bij de begrotingscontrole 2006 de juiste cijfers en het correcte begrotingsartikel zouden gekend zijn.
• Op de Ministerraad van 7 september 2007 besliste de Raad dat de Regie het dossier van het nieuwe gerechtgebouw in Antwerpen door een externe instantie zou laten doorlichten. Deze beslissing kwam er als gevolg van de verhoging van de kostprijs met 9 miljoen euro (van 249,8 tot 258,8 miljoen euro).
• Uit een doorlichting door het Rekenhof in 2010 is nogmaals gebleken dat het krediet overstegen werd. Het Hof rekende voor dat de uitgave in totaal ± 280.000.000 bedroeg.
Hierbij passen volgende kanttekeningen.
Sinds 1996 zijn de prijzen van de gebouwen gestegen. Maar ook de andere prijzen en de lonen zijn sindsdien gestegen. Bovendien gebeurden de ramingen op basis van onvolledige gegevens. In 1996 was het nu eenmaal onmogelijk de draagwijdte te ramen van het project in Antwerpen.
Waarom in 2007 niet alle verantwoordingsstukken werden geraadpleegd, blijkt uit volgende argumenten:
• Het project in Antwerpen is ingewikkeld. Het gaat om een monumentaal gebouw getekend door een architect met wereldfaam die volgens hoge esthetische normen werkt. Het gaat om de Brit Richard Rogers, die ook het Centre Pompidou in Parijs en de Millenium Dome in Londen heeft getekend. Daarbij gebruikt hij een Angelsaksische methode, genaamd « design as build ». De Regie der gebouwen kende die methode niet en kon die niet financieel, juridisch, technisch ondersteunen, noch controleren en er verslag over uitbrengen.
• Deze architect werkte niet volgens wat gebruikelijk is bij de Regie der gebouwen (waarbij gedetailleerde toewijzingsdocumenten worden uitgewerkt). Dit heeft er meermaals toe geleid dat er verschillende misrekeningen zijn gemaakt.
• Omwille van de ingewikkeldheid van het project was het beheer dat de Regie aan een enkele ambtenaar had toevertrouwd, niet aangepast.
• De Regie kreeg ook te maken met belangrijke beslissingen die andere instanties hadden genomen:
o De strikte termijnen waardoor de uitvoerders van de opdracht hebben moeten grijpen naar duurdere oplossingen kwamen van de Ministerraad.
o De Minister bevoegd voor de Regie der gebouwen en de Minister van Justitie hebben de keus gemaakt over de aard van het gerechtsgebouw. Later heeft de Ministerraad dit bekrachtigd.
o Enz.
De Regie kan niet als enige verantwoordelijk worden geacht voor de ramingen waarop de Ministerraad zich heeft gebaseerd voor zijn beslissing.
2. Op de bladzijden 55-57 van het auditverslag van het Rekenhof heeft het een lijst met 14 aanbevelingen gemaakt. Daarmee zou de Regie in de toekomst beter bestand moeten zijn inzake procedure, organisatie en rechtsregels om beter de kostprijs te beheersen van ingewikkelde projecten van grote omvang en om meer transparantie en doelmatigheid bij het beheer en de interne controle aan de dag te leggen.
De vorige Minister van Financiën, die de voogdij voerde over de Regie der gebouwen, sloot zich aan bij de vaststellingen van het Rekenhof. Hij beloofde het nodige te doen om de aanbevelingen op te volgen.
Hier volgen de 14 aanbevelingen van het Rekenhof.
1. De Regie moet maatregelen nemen opdat de beslissingen over nieuwe bouwprojecten in de toekomst op basis van volledige en gedetailleerde kostenramingen zouden kunnen worden genomen.
• de eigenlijke bouwkost,
• een volledig overzicht van alle verwachte kosten,
• een kosten-batenanalyse moet worden gemaakt van de verschillende manieren waarop het project kan worden gefinancierd,
• Het uitwerken van een standaardberekeningswijze die rekening houdt met de verschillende complexiteit van gebouwtypes
• en een standaardberekeningswijze die rekening houdt met de verschillende financieringswijzen.
2. Het Hof beveelt aan dat vóór de gunning van de opdracht, de verplichtingen, verantwoordelijkheden en financiële bijdragen van alle bij het project betrokken partijen schriftelijk moeten worden vastgelegd. Duidelijke afspraken moeten er ook voor zorgen dat de risico’s op meerkosten of vertragingen, die het gevolg zouden zijn van beslissingen, handelingen, nalatigheden of fouten van derden, zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.
3. De Regie moet onderzoeken of de juridische clausules die ze momenteel in haar documenten opneemt om mogelijke meerkosten als gevolg van fouten van de bij het project betrokken ontwerpers en aannemers op laatstgenoemden te kunnen verhalen, ook in de praktijk werkbaar zijn en deze zo nodig aanpassen.
4. De Regie moet deze dossiers nauwgezet opvolgen om duidelijke fouten of nalatigheden op te sporen die meerkosten met zich brengen en om de verantwoordelijkheden vast te leggen. Zo kan ze de nodige (juridische) stappen zetten om de bedragen die derden aan haar zijn verschuldigd, ook effectief en tijdig te innen.
5. Om mogelijke risico’s op een overschrijding van het budget of de uitvoeringstermijn sneller te kunnen opsporen, beveelt het Hof de Regie aan bij de aanvang van het project een voortgangsrapportering op te stellen. Dit moet het de bevoegde beleids- en controle-instanties mogelijk maken hun bevoegdheden met betrekking tot het project tijdig en ten volle uit te oefenen.
6. Via contractuele stimuli moet de Regie de privépartners ertoe aanzetten een maximale kostenbeheersing en een evenwichtige verdeling van de financiële risico’s tussen de promotoren en de Regie na te streven. Immers, de vergoeding van de ontwerpers van de gebouwen en deze van de promotoren van de projecten, wordt gedeeltelijk berekend op de uiteindelijke kost van het project.
7. De Regie krijgt als aanbeveling een commissie samen te stellen (projectleider, juridische en financiële specialisten) om beter de controle op complexe werven te organiseren. Deskundige medewerkers zullen de projectleider bijstaan om de afrekeningen van kosten, andere dan de bouwkost, grondig na te zien.
8. Het is aangewezen dat de Regie voor een overeenkomst met een promotor op voorhand goedkeurings- en controleprocedures vastlegt die zijn afgestemd op de specifieke vereisten en risico’s van het project. Ze moet in de nodige ministeriële goedkeuringen of aangepaste regelgeving voorzien.
9. De controle die de Regie op het project uitvoert, moet worden gedocumenteerd. Ook over de correcte naleving van de algemene aannemingsvoorwaarden bij de uitvoering van de werken die worden uitgevoerd door aannemers legt ze een documentatie aan. De overheid moet, naast de controles op deze promotor, zorgen voor voldoende eigen controles op de uitvoering van de werken en de verrekeningen en regularisaties naar aanleiding van meerwerken of meerkosten.
10. De Regie moet er zorg voor dragen dat vooraleer beslissingen met een belangrijke budgettaire impact worden genomen, de verantwoordingsstukken beschikbaar zijn voor alle betrokken hiërarchische niveaus en voor alle instanties die betrokken zijn bij de controle op de instelling.
11. De Regie wordt aangeraden de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten na te leven. Zij moet een bijakte of een verrekening die tot doel heeft de gegunde opdracht uit te breiden met nieuwe werken, die duidelijk geen eenvoudige wijziging zijn van de oorspronkelijke werken, als een nieuwe overheidsopdracht beschouwen. Indien deze nieuwe opdracht met een onderhandelingsprocedure wordt gegund, moet één of meerdere voorwaarden opgenomen in artikel 17 van voornoemde wet zijn vervuld. Bij de gunning van een dergelijke nieuwe opdracht moeten de geldende beslissingsprocedures, delegaties en controles worden gerespecteerd.
12. Opdat de Regie een meer efficiënte controle zou kunnen voeren op de onderhands overeengekomen prijzen waarvoor het prijsregulerend effect van de mededinging niet heeft gespeeld, krijgt ze de aanbeveling een gegevensbank aan te leggen waarin referentieprijzen voor de courante bouwmaterialen zijn opgenomen.
13. In het geval van het Gentse gerechtsgebouw ligt de uiteindelijke investeringskost lager dan deze geraamd op het moment van de verkoop van de promotieovereenkomst. Contractueel is de ‘derde-investeerder’ verplicht het saldo (voorlopig geraamd op 4.670.837,15 euro) aan de Regie te betalen. Dit gebeurde tot op heden niet. Zodra alle betrokken partijen het definitief investeringsbedrag hebben aanvaard, moet de Regie aan de ‘derde-investeerder’ van het gerechtsgebouw van Gent meedelen welk bedrag deze laatste aan de Regie is verschuldigd. De Regie moet alles in het werk stellen om dit bedrag ook effectief te innen. Ook moet de instelling de nodige stappen zetten om haar schadeclaim van 5.416.834,39 miljoen euro wegens grondwatervervuiling op de Stad Gent en een privéfirma kracht bij te zetten en om een aantal kleinere bedragen te recupereren van derden.
14. In Antwerpen moet de Regie stappen zetten om in overleg met het Vlaams Gewest de eindafrekening van de Amamtunnel op te maken en de kosten van de regenwatercollector te recupereren van het gewest.