Op vrijdag 20 september heeft de Ministerraad een akkoord gesloten over de begrotingsaanpassing 2013.
“De Regering is vastbesloten om België uit de buitensporige schuldprocedure te krijgen door de noodzakelijke structurele maatregelen te nemen om haar doelstelling van het verbeteren van het structureel saldo met 1 procent in 2013 te halen” benadrukte Olivier Chastel. “We zijn er na deze begrotingscontrole van overtuigd dat we onze doelstellingen van een deficit van -2,5 procent van het bbp in 2013 zullen halen.”
Sinds begin dit jaar werden al 2 begrotingscontroles gehouden. In maart had de Regering beslist om een inspanning van 1,434 miljard te doen en in juli werd door de federale overheid over een inspanning van 750 miljoen beslist, daarbij inbegrepen een reserve van 226 miljoen.
In het kader van de derde begrotingscontrole van 2013 en de opmaak van de begroting 2014 heeft het Monitoringcomité aangeduid dat een inspanning van 206 miljoen euro voor Entiteit I (Federaal) zal moeten gedaan worden om onze doelstelling van een nominaal deficit van -2,5% te halen.
Voor wat betreft de beslissingen die in het kader van deze begrotingscontrole genomen werden, werd een begrotingsaanpassing van 218 miljoen euro gerealiseerd. Ten eerste werden 2 technische correcties aangebracht aan het rapport van het Monitoringcomité. Dit had met het volgende geen rekening gehouden:
– Het dividend van 75 miljoen euro van Royal Park Investment;
– Een hogere storting van het Muntfonds, namelijk 14,8 miljoen.
Daarnaast heeft het RIZIV ons na het afsluiten van het rapport een nieuwe raming inzake de gezondheidszorgen voor 2013 laten toekomen die een minderuitgave van 84 miljoen vaststelt.
Tot slot heeft de Regering beslist om een bijkomende blokkering te realiseren van 45 miljoen euro op de interdepartementale provisie in de primaire uitgaven in 2013 en 2014.
De som van deze nieuwe correcties, ramingen en maatregelen bedraagt 218 miljoen euro.
Voor wat betreft het jaar 2013 is de totale budgettaire impact van de genomen maatregelen voor Entiteit I sinds november 2012 (initiële begroting) gelijk aan 5,864 miljard euro.
Net zoals vorig jaar is er een omzendbrief inzake begrotingsbehoedzaamheid voor de begrotingen van de FOD’s, de POD’s, Defensie en Federale Politie, dus inzake wat men noemt de ‘primaire uitgaven van de staat’. Deze worden beperkt tot de uitgaven die beschouwd worden als verplicht of onsamendrukbaar, dit onder de dubbele controle van de Inspectie van Financiën en de Minister van Begroting. Deze maatregel zal toelaten de doelstelling van 819 miljoen euro inzake onderbenutting te halen, zoals voorzien werd in het rapport van het Monitoringcomité. Voor wat betreft de instellingen van openbaar nut (de ION’s), de openbare Instellingen van Sociale Zekerheid (de OISZ) en de geassimileerde organismen is een gelijkaardige procedure van kracht. Dit was ook vorig jaar al het geval.
België zal voor 21 september het geheel van de in het kader van de oefening voor wat betreft 2013 genomen maatregelen communiceren aan de Europese Commissie, daarbij inbegrepen de tijdens deze begrotingscontrole besliste maatregelen om te komen tot een nominaal deficit van -2,5 procent van het bbp en een verbetering van 1 procent van het structureel saldo.
Het volgende rapport over de begrotingssituatie voor het jaar 2013 zal in december aan de Commissie verstuurd worden. De Raad van de Europese Unie zal zich begin 2014 buigen over de buitensporige schuldprocedure.
De werkzaamheden met betrekking tot het afronden van de begroting 2014 zullen de volgende dagen verder gezet worden. Werkgroepen zullen volgende week vergaderen vooraleer de kern zal beslissen over de verschillende te nemen maatregelen. De doelstelling daarbij is om voor België een nominaal deficit van -2,25 procent van het bbp voor Entiteit I en een structureel saldo van -1,2 procent te garanderen.
Teneinde onze Europese verplichtingen te respecteren die voorzien zijn door de Two-pack zal het ontwerp van begroting van de federale staat alsook de voornaamste parameters van de ontwerpen van begroting van de gemeenschappen en gewesten en van de lokale overheden aan de Europese Commissie worden bezorgd op 15 oktober.