Op dinsdag 1 februari ontmoette Staatssecretaris voor Europese Zaken Olivier Chastel zijn Nederlandse collega Ben Knapen. Tijdens dit onderhoud wisselden beide Staatssecretarissen van gedachten over de voorbereiding van de Europese Raad, de economische en financiële stabiliteit, de financiële perspectieven, asiel en migratiebeleid, visumliberalisering, uitbreiding, in het bijzonder naar Kroatië, de externe vertegenwoordiging van de EU en tenslotte de Beneluxsamenwerking binnen de EU.
Toen hij de volgende Europese Raad van 4 februari ter sprake bracht, in het bijzonder het agendapunt over energie, stelde de Belgische Staatssecretaris dat zijn land energie-efficiëntie beschouwde als de prioriteit. « Voor België maakt energie-efficiëntie de allereerste prioriteit uit en speelt die een sleutelrol in de doelstellingen van het Europees energiebeleid », benadrukte Olivier Chastel bij zijn Nederlandse collega. Met betrekking tot het tweede thema van de Europese Raad wenst België meer nadruk te leggen op KMO’s.
Verder heeft Staatssecretaris Olivier Chastel met zijn collega gehad over het asiel- en migratiebeleid. België is één van de landen die aandringt op het instellen van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel tegen het einde van 2012. « Dergelijke harmonisering is noodzakelijk om de rechten van vluchtelingen te waarborgen maar ook om efficiënt abusieve asielaanvragen tegen te gaan”, beklemtoonde Olivier Chastel. De kwestie van de toetreding van Bulgarije en Roemenië werd ter sprake gebracht. Wat betreft de landen van de Balkan stelde de Belgische Staatssecretaris dat zijn land gunstig staat ten aanzien van het opvolgingsmechanisme voor de visumliberalisering.
Wat betreft het Beneluxoverleg, stelde Staatssecretaris Olivier Chastel voor om andere types van overleg in te stellen dan het overleg dat net voor de vergaderingen van de Raad plaats vindt. « We moeten in een vroeger stadium van de voorbereiding van een Raad overleg pleten, zo’n tiental dagen voor belangrijke Europese vergaderingen opdat we standpunten en eventuele acties of bijdragen echt kunnen coördineren” stelde Olivier Chastel. Een strategische denkoefening zou in die context gevoerd kunnen worden over de Europese Dienst voor Extern Optreden, economisch bestuur. Ook andere thema’s zoals de uitbreiding van de EU of haar beleid van visumliberalisering kunnen daarbij aan bod komen. Dergelijk overleg zou op min of meer periodieke basis kunnen plaats vinden en uitmonden in het opstellen van Benelux-teksten of gemeenschappelijke interventies.