Vraag van de heer Steven Vandeput
Vraag
Mijnheer de minister, richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties voorziet in een standaardbetalingstermijn van dertig dagen voor alle transacties tussen overheid en bedrijven, tenzij in het contract uitdrukkelijk anders is overeengekomen en mits een ander objectief gerechtvaardigd is in het licht van de bijzondere aard of kenmerken van het contract, in welk geval de betalingstermijn niet meer dan zestig kalenderdagen mag bedragen.
De lidstaten dienen er eveneens voor te zorgen dat schuldeisers bij handelstransacties waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is, na afloop van de vastgestelde termijn zonder aanmaning aanspraak kunnen maken op wettelijke intrest voor betalingsachterstand, voor zover aan volgende voorwaarden wordt voldaan: ten eerste, de schuldeiser heeft zijn contractuele en wettelijke verplichtingen vervuld en, ten tweede, de schuldeiser heeft het verschuldigde bedrag niet op tijd ontvangen, tenzij de schuldenaar niet verantwoordelijk is voor de vertraging.
De richtlijn dient te worden omgezet tegen uiterlijk 16 maart 2013. De minister van Zelfstandigen en Kmo’s heeft echter al aangekondigd de omzetting te versnellen en de termijn van dertig dagen te hanteren vanaf januari 2013. Dat is natuurlijk goed nieuws. Gelet op het feit dat alle FOD’s, POD’s en ministeries zijn overgeschakeld op het zo befaamde Fedcomsysteem is een betere opvolging van betalingen mogelijk.
Kunt u aangeven hoeveel facturen er al zijn geboekt in 2012? Kunt u aangeven welke betalingstermijnen werden gebruikt door de verschillende overheidsdiensten?
Kunt u ook aangeven of er richtlijnen bestaan omtrent het gebruik van de verschillende betalingstermijnen? Zo ja, welke zijn deze richtlijnen?
Kunt u aangeven wanneer de betalingstermijn voor de overheidsdiensten begint te lopen? Kunt u ook aangeven hoeveel facturen er tegen welke betalingstermijn zijn geboekt en betaald in 2012? Kunt u ook aangeven hoeveel facturen niet binnen de voorziene betalingstermijn zijn betaald? Voor welk bedrag is dat? Kunt u eventueel per FOD een opsplitsing maken?
Kunt u eveneens aangeven welke FOD’s, POD’s en ministeries systematisch, niet onbelangrijk, verwijlintresten betalen? Kunt u ook aangeven hoe hoog deze verwijlintresten tot nu toe oplopen in 2012?
Antwoord
De facturen geboekt in 2012, op basis van de realisaties na tien maanden en van een raming van de resterende twee maanden, bedragen samen 564 000 voor de FOD’s, POD’s, Defensie en de federale politie.
Het antwoord op de vraag over de betalingstermijnen die door de verschillende overheidsdiensten zijn gebruikt is vrij technisch en complex. In mijn antwoord zal ik mij beperken tot de hoofdlijnen.
De in de wet en de regelgeving bepaalde betalingstermijnen voor uitgaven door de overheidsdiensten worden als basis gebruikt. Het betreft de regelgeving in het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de concessies voor openbare werken.
Het gaat in het bijzonder om afdeling 9 « Betalingen » en de bijlage waarin de algemene aannemingsvoorwaarden (AAV) nader worden bepaald conform artikel 15. Een nota met het detail per voorwaarde zal u worden bezorgd.
Naast de aangehaalde wetgeving kan ook nog worden verwezen naar de omzendbrief van 13 maart 2009 betreffende overheidsopdrachten, betaaltermijnen en verwijlintresten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 16 maart 2009. Er is ook nog een ontwerp van omzendbrief in voorbereiding, die op korte termijn voor advies aan de inspectie van Financiën zal worden voorgelegd om duidelijke richtlijnen te creëren voor de federale diensten die in FEDCOM werken.
Volgens de informatie beschikbaar in het FEDCOM-systeem zijn er tussen 1 januari en 30 november 2012 166 553 facturen niet binnen de vooropgestelde termijn betaald. Het zou gaan om een totaalbedrag van zowat 2 miljard euro. Een tabel met de details per FOD zal u eveneens worden bezorgd.
Om een foutieve lezing van de cijfers te voorkomen, moet ik de volgende kanttekeningen maken.
Onder factuur wordt hier begrepen elke betaling buiten de zuivere personeelskosten. Ook toelagen en subsidies worden dus meegerekend. Aldus wordt het hoge bedrag bij onder meer de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de FOD Mobiliteit vooral door toelagen en subsidies verklaard. In het geval van de FOD Mobiliteit betreft het onder meer delen van de dotatie van de NMBS en de dotatie aan bpost.
Een factuur wordt als te laat betaald geregistreerd, indien de effectieve uitvoeringsdatum afwijkt van de datum die oorspronkelijk in het systeem werd ingevoerd. Bepaalde gevallen, bijvoorbeeld de onmiddellijke betalingen met een betalingstermijn van nul dagen, worden automatisch als te laat betaald geregistreerd, aangezien minimaal één dag is vereist, om ze technisch te verwerken.
De aangehaalde cijfers evenals de cijfers over de verwijlintresten moeten met de nodige voorzichtigheid worden behandeld. In de praktijk wordt vastgesteld dat niet alle FOD’s op dezelfde, uniforme manier werken, wat de vergelijking tussen de FOD’s bemoeilijkt. Dat is trouwens de reden waarom er een gedetailleerde omzendbrief in voorbereiding is.
Welke FOD’s, POD’s en ministeries hebben systematisch verwijlintresten betaald en wat was het bedrag aan verwijlinteresten in 2012? Ik verwijs ter zake naar de derde tabel die in mijn nota is opgenomen. Die tabel geeft een overzicht van de tot eind november 2012 aangerekende verwijlintresten.
Het gaat om een totaalbedrag van 469 823 euro. Een belangrijk deel van de verwijlintresten is voor de FOD Mobiliteit. Die hebben vooral betrekking op de activiteiten van Beliris en minder op de courante werking van de FOD.