Samengevoegde vragen van de heer Hagen Goyvaerts, de heer Carl Devlies, de heer Stefaan Van Hecke, de heer Steven Vandeput en de heer Olivier Destrebecq
Vragen
Hagen Goyvaerts (VB): Ik ben niet onder de indruk van het bereikte akkoord inzake de begrotingscontrole. Het is knip- en plakwerk geworden. De regering heeft opnieuw voor enkele maanden haar vel gered, maar ze blijft van begrotingscontrole naar begrotingscontrole sukkelen om toch maar haar begroting op koers te houden. In het najaar zal ze opnieuw de nodige miljarden moeten zoeken om op een tekort van 2,4 procent van het bbp of zowat 9 miljard euro uit te komen.
De regering heeft zich vooral toegespitst op de inkomstenzijde. De regering hamerde erop dat er geen nieuwe belastingen komen, maar natuurlijk zijn er verhogingen van de bestaande belastingen. Het enige structurele element is de zoektocht naar verhoogde inkomsten en bijkomende eenmalige maatregelen. Zelfs Herman Van Rompuy, een gewezen minister van Begroting, verklaarde dat de structurele besparingen van België in de voorbije jaren niet zo indrukwekkend waren. Daar staat de regering dan met haar mantra van ‘de grootste besparingen in de naoorlogse geschiedenis van dit land’. Zelfs het dividend van de NBB wordt nu al een structurele maatregel genoemd! Hoe kan dit? Een dividend is toch bij uitstek eenmalig.
Bovendien heeft de regering het begrotingsevenwicht losgelaten. Vlak voor de eindstreep hadden de premier en een aantal vicepremiers een overleg met Europees commissaris Olli Rehn waarin ze vroegen om de begrotingsriem te mogen lossen. Nochtans was het altijd de bedoeling dat de regering zich strikt aan het begrotingspad zou houden. Het begrotingsevenwicht zal er evenwel pas een jaar later komen. Opnieuw wat soelaas dus.
Ik sta er versteld van hoe de liberalen de kunst verstaan om hun kiezers – middenstanders en ondernemers – te straffen met een extra belasting voor de bedrijven, de liquidatiebelasting. Het is bovendien pervers dat deze maatregel pas overanderhalf jaar ingaat, in de hoop misschien dat er intussen veel bedrijven geliquideerd zullen worden.
Hoe zit het met de opsplitsing over de verschillende entiteiten? Zijn er hierover afspraken gemaakt met de Europese Commissie? Werden de usurperende bevoegdheden nog meegerekend?
Welke structurele maatregelen heeft de regering genomen om iets te doen aan de torenhoge staatsschuld?
Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): De regering klopt zich op de borst voor de vele –volgens haar zelf – structurele begrotingsmaatregelen, maar het is niet duidelijk hoeveel die bedragen. De term ‘structureel’ is blijkbaar ook zeer rekbaar. Bovendien zijn er voor ongeveer 1 miljard euro aan eenmalige maatregelen genomen, maar dat moet de minister nog concreet invullen. Hoe groot is het uiteindelijk bedrag aan eenmalige maatregelen en welke maatregelen zullen dat zijn? Gaat het dan over de verkoop van gebouwen en sale and lease backoperaties of over de verkoop van participaties?
Grote structurele hervormingen hebben we niet opgemerkt: er wordt niet ingegrepen in de loonkosten, niet geraakt aan de notioneleintrestaftrek en er worden geen lasten verschoven. Op lange termijn is er maar heel weinig perspectief voor een economische boost. In welke mate zullen deze maatregelen dan positief zijn voor de economie?
Daarnaast wordt het extra dividend van de NBB als een structurele maatregel gezien. Dat betekent dat we de komende tien of twintig jaar dus steeds zo’n groot bedrag zullen ontvangen. Waarop baseert de regering zich om te zeggen dat die hogere dividenden structurele inkomsten zijn?
Er is tot een structurele besparing besloten waarbij de regering elk jaar geld afneemt van de NMBS. Dit jaar is dat 30 miljoen euro. Is dit een vermindering van het investeringsbudget of van de werkingskosten? Dat is namelijk heel belangrijk in het licht van het lopende debat over het meerjareninvesteringsplan. En omdat dit bovendien als een structurele besparing wordt beschouwd, zal de NMBS dus elk jaar 30 miljoen euro moeten inleveren?
Steven Vandeput (N-VA): Het resultaat van de begrotingscontrole is een tekort tot 2,46 procent van het bbp. Waarop wordt concreet bespaard bij de NMBS, bij Ontwikkelingssamenwerking, bij Defensie en bij de interdepartementale provisie? Waarop baseert de regering zich om het dividend van de NBB voor een bedrag van 321,4 miljoen
euro structureel te noemen? Wanneer konden de FOD’s, de POD’s en de ministeries over de goedgekeurde kredieten van de initiële begroting beschikken?
In de nota van het monitoringcomité van 7 maart 2013 – de basis voor de begrotingscontrole – werd de schuldgraad voor 2013 geraamd op 100,2 procent, rekening houdend met een tekort van 2,15 procent. Hoeveel zal de schuldgraad bedragen bij een aangenomen tekort van 2,46 procent? Welke stappen zal de minister ondernemen mocht dat tekort groter blijken? Welk tekort is voor de minister nog aanvaardbaar?
Olivier Destrebecq (MR): De regering is het eens geworden over de begrotingsaanpassing. Heeft de Europese Commissie de doelstellingen voor 2013 herzien? Is het aangekondigde
streeftekort van 2,46 procent van het bbp juist? Wat is het gevolg voor de huidige budgettaire inspanning en voor onze schuldgraad? Welk bedrag moest er worden gevonden? Is dat gelukt?
Aan welke ingrepen wordt gedacht om de begroting bij te sturen? Welke ingrepen werden er uitgesloten? Welke methode hanteert de regering? Wat is het aandeel aan structurele maatregelen? Wat is het geplande tijdschema? Wanneer zullen de wetsontwerpen worden ingediend in het Parlement? Wanneer wordt de volgende begrotingsaanpassing uitgevoerd?
Carl Devlies (CD&V): Wat zijn de contouren van het akkoord over de inspanningen van entiteit I? Welke concrete bijkomende maatregelen op het vlak van primaire uitgaven, sociale zekerheid en ontvangsten worden gepland? Hoe zal de schuldgraad worden beheerst? Welke inspanningen zullen de overheden van entiteit II leveren? Welke afspraken werden met de Europese Commissie gemaakt?
De continuïteit van de projecten van de interuniversitaire ontwikkelingssamenwerking van zowel de Franstalige als de Nederlandstalige universiteiten komt ernstig in het gedrang. Het gaat over ongeveer 600 personen en 90 miljoen euro. Tussen de Belgische overheid en de Gemeenschappen is er geen inhoudelijke betwisting van de usurperende bevoegdheden, maar er is wel onzekerheid over welke overheid zal betalen. Het is belangrijk dat daar duidelijkheid over komt.
Antwoord
Na het rapport van het monitoringcomité, de beschouwingen van de Hoge Raad van Financiën en het overleg met de Europese Commissie besliste de regering de sanering van de openbare financiën verder te zetten en het structureel saldo voor 2013 met 1 procent bbp te verbeteren.
Uitgaande van het saldo van entiteit I, namelijk 11,049 miljard euro of 2,88 procent van het bbp, en rekening houdend met het structureel saldo in 2012, namelijk 10,760 miljard euro of 2,8 procent van het bbp, en het naleven van de doelstelling door entiteit II, namelijk 748 miljoen euro of 0,19 procent, werd de te realiseren structurele inspanning voor entiteit I op 1,434 miljard euro of 0,37 procent vastgelegd. Door die structurele inspanning komen we aan een nominaal saldo van 2,46 procent en een totaal geleverde inspanning van 1,604 miljard euro voor entiteit I.
Ik benadruk nogmaals dat een goede opvolging van de begroting minstens even belangrijk is als de maatregelen zelf. Ook dit jaar zullen verschillende begrotingscontroles worden uitgevoerd.
De regering heeft zich opnieuw gebaseerd op de macro-economische parameters voor de economische begroting die het Federaal Planbureau heeft opgemaakt voor het Instituut voor
de Nationale Rekeningen. De reële groei van het bbp voor 2013 werd daarin geraamd op 0,2 procent. In september ging de initiële begroting nog uit van 0,7 procent reële groei. De nominale groei wordt herzien van 2,8 naar 1,7 procent.
De regering tracht het tekort verder terug te dringen en maatregelen te nemen die het vertrouwen in de economie herstellen. Dat is moeilijk in de huidige budgettaire context. Het strikte begrotingsbeleid loslaten zou echter het vertrouwen helemaal ondermijnen.
De regering gaat ervan uit dat de doelstelling – het bereiken van het evenwicht – zal worden nagestreefd conform het Stabiliteitsprogramma 2012-2015. Die doelstelling staat ook in het recente advies van de Hoge Raad van Financiën. Ten opzichte van de ramingen van het Federaal Planbureau – waarop dat advies is gebaseerd – is er voor Entiteit II een bijkomende structurele inspanning nodig van 748 miljoen euro, of 0,19 procent van het bbp.
Voor bepaalde entiteiten is de begrotingscontrole nog niet afgewerkt en is het niet mogelijk al details van de inspanningen te geven.
De heer Herman van Rompuy werd ondervraagd over de jaren 2010- 2012, dus over de prestaties van de vorige regering.
De verbetering van het structureel saldo is prioritair. De inspanning van 1,434 miljard bestaat structureel uit technische correcties voor 231 miljoen, een vermindering van de primaire uitgaven met 249 miljoen, maatregelen in de sociale zekerheid en in de gezondheidssector voor 274 miljoen, een verhoging van de fiscale ontvangsten met 364 miljoen, een verhoging van de diverse ontvangsten met 293 miljoen en een vermindering van de interestlasten met 22 miljoen. De maatregelen hebben voor 64 procent betrekking op de ontvangsten en voor 36 procent op de uitgaven.
Daarnaast zijn er ook eenmalige maatregelen, waarvan de impact wordt geraamd op 170 miljoen euro. Deze hebben zowel invloed op het vorderingensaldo als op de schuldgraad. Bovendien komen er maatregelen om de schuldgraad onder 100 procent te brengen, doch zonder directe impact op het vorderingensaldo. Tegen eind juni zullen deze maatregelen worden bekend gemaakt. De eerste minister en de ministers van Financiën en Begroting werden verzocht daartoe voorstellen voor te bereiden. Het is dus voorbarig daarover nu al te
communiceren en bovendien kan het voortijdig bekend maken van dergelijke maatregelen negatieve effecten hebben.
Als men de ramingen van het monitoringcomité aanpast aan het saldo van 2,46 procent van het bbp en men ook rekening houdt met de recentste ramingen betreffende de uitgiftepremies uitgevoerd door het Agentschap van de Schuld, dan komt men aan een schuldgraad van 100,4 procent.
De initiële begroting 2013 werd definitief vrijgegeven op 29 maart 2013, waarna de FOD’s en POD’s konden beschikken over de kredieten. Tegelijkertijd werd een circulaire inzake budgettaire behoedzaamheid rondgestuurd.
Ik bezorg u enkele cijfers in verband met de daling van de primaire uitgaven: 3,2 miljoen voor de instellingen van openbaar nut en gelijkgestelde; 3 miljoen euro dankzij de gunstiger wisselkoers; 4 miljoen voor Fedasil; 350.000 euro dankzij de lagere premies voor de hospitalisatieverzekering als gevolg van de afschaffing van de ereloonsupplementen in een dubbele kamer; de NMBS-groep wordt gevraagd een extra inspanning van 30 miljoen te leveren, zonder te raken aan het aanbod of de schuld te verhogen; 25 miljoen moet komen van Ontwikkelingssamenwerking en van het Defensiedepartement wordt eenzelfde inspanning gevraagd.
De personeelskredieten worden bijkomend met 0,4 procent ingekrompen en de functioneringskredieten met 1 procent, goed voor 14 miljoen euro.
De grote OCMW-posten werden herzien: leefloon en wet van 1965.
Er werd beslist de interdepartementale provisie met 91,3 miljoen te verminderen, voornamelijk ten koste van de reserve van 150 miljoen die werd aangelegd voor de budgettering van de uitgaven en die niet meer kon worden overgedragen naar 2014.
Op de uitgaven voor bpost zal er 13 miljoen euro bespaard worden.
De regering heeft dus geen enkele nieuwe aanvraag in aanmerking genomen die de primaire uitgaven zou bezwaren, met uitzondering van 8,3 miljoen euro voor de subsidiëring van het nietgeconcentreerde en het gecombineerde vervoer, 7,5 miljoen euro voor de juridische tweedelijnsbijstand, 6,5 miljoen euro voor de Salduzvergoedingen, een miljoen euro voor de
kosten verbonden aan de wachtdiensten en de administratieve kosten en ten slotte 500.000 euro voor de winteropvang. Het gaat daarbij telkens om spoedeisende maatregelen.
Inzake niet-fiscale ontvangsten wordt akte genomen van de nieuwe ramingen over de gewone en buitengewone dividenden die in 2013 betaald zullen worden. Inzake het Belgacomdividend leidt de nieuwe raming tot een vermindering van 49,2 miljoen euro in vergelijking met die van het monitoringcomité van maart 2013. Dit is een structurele vermindering.
Het aandeel van de Staat in de winst van de NBB wordt in 2013 vastgelegd op 1.006.261.038 euro. Het betrokken begrotingsartikel wordt verhoogd met 321,4 miljoen euro. Het dividend van BNP Paribas Fortis werd vermeerderd met 12 miljoen euro.
Bij het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) werden vijf bijkomende personen geworven. Bovendien werd de overheidsopdracht voor de informaticaapplicatie gegund. De achterstand die nog steeds gedeeltelijk bestaat, wordt hiermee verder weggewerkt.
Het aandeel van de Staat in de winst van de NBB heeft een impact op het structurele vorderingensaldo. Bovendien stijgt dit aandeel al gedurende vijf jaar.
Per definitie zijn dividenden en het aandeel van de Staat in het resultaat van de NBB volatiel.
De aangroei van de volumes werd gedeeltelijk gecompenseerd door een daling van de interestvoeten in Europa. De toename van het gemiddelde bedrag van de portefeuille van het
programma voor de effectenmarkten werd sterk uitgebouwd in de loop van het boekjaar 2011 en bleef in 2012 op een hoog peil.
De ontvangsten uit het resultaat van de NBB moeten samen worden gezien met de impact van de akkoorden die op Europees niveau zijn gesloten om een deel van de ontvangsten die door de Nationale Banken worden gerealiseerd terug aan Griekenland te storten. Bij de begrotingscontrole wordt hiertoe in de uitgavenbegroting in een krediet van 130 miljoen euro voorzien, waarvan 102 in ESR-termen aanrekenbaar in 2013 is.
Er werden maatregelen genomen ten belope van 108 miljoen euro op het stuk van de sociale zekerheid en voor 166 miljoen euro op het stuk van de gezondheidszorg.
Dankzij een nieuw samenwerkingsakkoord inzake werkgelegenheid zal het zoekgedrag van werkzoekenden beter kunnen worden opgevolgd. Het akkoord zou op 1 juli van kracht moeten worden en in 2013 een besparing moeten opleveren van 6,5 miljoen euro.
De vergoeding voor begrafeniskosten in de overheidssector zal afgeschaft worden voor de overlijdens vanaf 1 juli 2013 voor gepensioneerden met een overheidspensioen. De bijdrage van 0,5 procent op de overheidspensioenen zal gehandhaafd worden (de opbrengst bedraagt 6,5 miljoen euro in 2013 en 13 miljoen euro vanaf 2014).
De uitgaven voor dienstencheques zullen teruggeschroefd worden met 68 miljoen euro. De recente maatregelen, zoals de maatregel die bepaalt dat 60 procent van de nieuwe werknemers in de sector werklozen of leefloonbegunstigden moeten zijn, zullen meer onder de aandacht gebracht worden.
Inzake de bestrijding van de sociale fraude zal de kinderbijslagfraude scherper gecontroleerd worden, wat 13 miljoen euro zal opleveren in 2013 en 27 miljoen euro in 2014.
Voor de welvaartsenveloppe bedraagt het verschil tussen het oorspronkelijk geraamde bedrag en het geboekte bedrag 14 miljoen euro.
De regering neemt ook in de gezondheidszorg structurele maatregelen. In november 2012 werd al een inspanning van 425 miljoen euro gerealiseerd. Bij de begrotingscontrole werd een bijkomende inspanning van 166 miljoen euro geleverd.
Hierbij worden de portefeuille van de patiënt, de kwaliteit van de zorgverlening en de werkgelegenheid gespaard. De besparingen betreffen een vermindering van de betaalde forfaits
door de extramurale laboratoria voor klinische biologie, het afschaffen van een apart tarief voor een elektrocardiogram bij hospitalisatie, het in lijn brengen van de terugbetaling van de anticholesterolmedicijnen en een vermindering van het geneesmiddelenforfait in ziekenhuizen.
Op het stuk van de fiscale ontvangsten zijn er indirecte belastingen in de vorm accijnzen op tabak en diverse registratierechten voor een bedrag van 114 miljoen.
Om misbruiken met de notionele-interestaftrek te vermijden, zullen grote beleggingen en beleggingen met een looptijd van meer dan een jaar niet langer als definitief belaste inkomsten mogen worden afgetrokken én ook worden meegenomen in de berekening van de notionele-interestaftrek. De opbrengst zou 30 miljoen bedragen.
De aanslagvoet voor liquidatiboni zal vanaf 2014 worden opgetrokken tot 25 procent, maar belaste reserves mogen nog worden opgenomen in het kapitaal, teneinde de eigen middelen van de ondernemingen te versterken. Wordt er naderhand een kapitaalsvermindering doorgevoerd, dan worden ze belast tegen een aanslagvoet van 15 procent (25 min 10) die daalt met de tijd, teneinde de ondernemingen ertoe aan te sporen die middelen in het kapitaal te laten. Die maatregel zou 80 miljoen moeten opbrengen.
Om de kmo’s ertoe aan te sporen hun eigen middelen te versterken, zal de voorheffing op dividenden uit aandelen op naam die ze ononderbroken in hun bezit hebben, mettertijd geleidelijk dalen. Dat zou 10 miljoen moeten opbrengen.
De aftrek van de btw op bedrijfsvoertuigen zal worden teruggeschroefd, wat 115 miljoen zou moeten opbrengen.
Tot slot zal het oneigenlijke gebruik van buitenlandse pensioenfondsen om de roerende voorheffing te ontlopen, worden tegengegaan, wat 15 miljoen zou opbrengen.
De kredieten voor de begroting 2013 worden gedeeltelijk vrijgemaakt en dit resulteert in een administratieve blokkering van 400 miljoen euro. Voor hun personeelsplan zullen de
departementen niet meer dan 98 procent van de ingeschreven kredieten kunnen aanwenden. De werkingskredieten worden voor 85 procent vrijgemaakt. De investeringskredieten die niet in het investeringsprogramma zijn opgenomen, worden voor 80 procent vrijgemaakt; de kredieten die wel zijn opgenomen voor 59,45 procent.
Vóór 19 april 2013 zullen de betrokken diensten een tijdschema voorleggen aan de FOD Budget en Beheerscontrole voor hun vastleggingen en vereffeningen. Daarin zullen zij aantonen dat zij voorrang verlenen aan de verplichte en onvermijdbare uitgaven. De inspecteur van Financiën zal dit controleren per basisallocatie, niet per dossier. Ook worden het verbruik van de kredieten en de verbruiksvooruitzichten gecontroleerd.
De instellingen van openbaar nut en gelijkgestelde instellingen die van de federale overheid afhangen, moeten ook een bijkomende onderbenutting van 134,7 miljoen euro realiseren. Deze onderbenutting zal in dezelfde gedeeltelijke vrijmakingen resulteren en zal slechts gelden voor het deel van de uitgaven dat door een dotatie van de federale overheid wordt gedekt. Voor deze onderbenutting wordt voorzien in een driemaandelijkse follow-up.
De totale onderbenutting wordt op 110,2 miljoen euro vastgelegd. Een prospectieve, driemaandelijkse evaluatie zal de globale onderbenutting controleren. Indien nodig zullen er verbeteringsmaatregelen worden voorgesteld.
De besparing inzake de usurperende bevoegdheden bedraagt 300 miljoen euro in 2013. In 2012 heeft de Interministeriële Conferentie Financiën en Begroting akte genomen van alle besparingsvoorstellen. Op 19 april zullen de eerste minister en de minister-presidenten van de deelstaten elkaar ontmoeten. Het betreft de overdracht van bevoegdheden inzake
Ontwikkelingssamenwerking, de subsidies aan de stichting Biermans-Lapôtre, de coördinatie van ngo’s voor de rechten van het kind, de Nationale Commissie voor de Rechten van het Kind en de uitbetaling van de vakbondspremie aan de ambtenaren van de deelstaten. Doel is de deelstaten te responsabiliseren voor die uitgaven op basis van hun activiteiten.
De voorstellen tot responsabilisering betreffen de achterstand inzake de pensioenen voor de jaren 2003 tot 2011 en de Belgische deelname aan de financiering van de EU.
Inzake de verdeling van de 300 miljoen van de usurperende bevoegdheden zal de overheid ten minste 360 miljoen euro uit de veiling van de 800 MHz-licenties moeten ontvangen. Daarvan zal 72 miljoen bijdragen aan het realiseren van de doelstelling om 300 miljoen euro op de usurperende bevoegdheden te besparen.
Wat de arbeidsongevallen betreft komt het de Gemeenschappen en Gewesten toe zelf te bepalen via welke instelling zij de vergoeding wensen uit te keren. Indien zij ervoor opteren de vergoeding te laten uitkeren door de federale overheid, zullen zij vanaf 1 juli 2013 een kostendekkende bijdrage moeten betalen.
Ook dit zal bijdragen tot het bereiken van de doelstelling om 300 miljoen euro op de usurperende bevoegdheden te besparen. Er zal immers met deze verminderde uitgave van 29 miljoen euro op jaarbasis rekening worden gehouden.
Inzake Ontwikkelingssamenwerking is het niet de bedoeling om de betrokken kredieten in een keer af te schaffen, maar wel om ze gedurende een periode van bijvoorbeeld drie jaar te doen afnemen op federaal vlak. Op die manier hebben de Gemeenschappen en de Gewesten de tijd om de bevoegdheid eventueel met hun eigen kredieten verder uit te oefenen.
Wij zullen het daar nog over hebben in de loop van de maand mei, wanneer wij over de desbetreffende documenten zullen beschikken. Voor technische vragen verwijs ik u naar de bevoegde ministers.