Mondelinge vraag van mevrouw Cécile Thibaut, mevrouw Elke Sleurs en mevrouw Marie Arena
Vraag :
Mevrouw Cécile Thibaut (Ecolo). – Het Wereldfonds voor aids-, tuberculose- en malariabestrijding, opgericht in januari 2002 is nu de belangrijkste financieringsbron van de programma’s ter bestrijding van die ziektes. Het Wereldfonds verschaft bijdragen voor een totaal bedrag van meer dan 20 miljard dollar aan 600 programma’s in 150 landen.
Ten gevolge van verdenkingen van verduistering in sommige landen, heeft het Fonds een panel van internationale experts belast met een audit van de situatie. De Europese Commissie, die haar storting aan het Fonds heeft opgeschort, heeft onderzoeken opgestart in verschillende landen en zal de resultaten daarvan aan het door het Fonds aangestelde panel voorleggen.
Vorige dinsdag heeft u aangekondigd dat u de financiële steun van België aan het Wereldfonds wil laten afhangen van een gunstig resultaat van het onderzoek dat de Europese Commissie momenteel voert. De corruptie en het gebrek aan transparantie in het beheer van de gelden moet absoluut worden aangepakt. Het aantal landen dat bij een onderzoek is betrokken is, in verhouding tot het aantal landen dat door het Wereldfonds wordt gesteund evenwel beperkt. Bovendien worden de landen waarop de verdenkingen rusten, beschouwd als de meest corrupte van de wereld.
Aansluitend bij die internationale reacties neemt ook het Wereldfonds maatregelen om eventuele verduistering te bestrijden. Het Wereldfonds voert de controles op in vijf landen die bijdragen ontvangen. Hun activiteiten worden van nabij gevolgd en mutaties in de liquiditeiten worden beperkt.
In april heeft het Wereldfonds een rapport gepubliceerd met als titel Results With Integrity, The Global Fund’s Response to Fraud. In dat rapport wordt onderstreept dat een bedrag van 44 miljoen dollar dat werd verduisterd, nu van verschillende landen wordt teruggeëist. Het blijkt dat 63% van het bedrag slechts naar vier landen is gegaan, namelijk Djibouti, Mali, Mauritanië en Zambia. In de conclusie van dat rapport lezen we: ‘Het is belangrijk ervoor te waken dat de misdaden van enkelen, de essentiële steun van het Wereldfonds aan honderden toegewijde organisaties en tienduizenden toegewijde mensen die onze fondsen efficiënt gebruiken, niet in het gedrang brengen.’
Vorige week nog, na een reeks onderzoeken van inspecteurs van het Wereldfonds in Mali, heeft het Malinese gerecht bekendgemaakt dat ze de gewezen minister van Volksgezondheid heeft beschuldigd van het in beslag nemen van openbare goederen, verduistering van staatsgelden, bedrog, favoritisme, en medeplichtigheid aan favoritisme.
Een en ander toont aan dat het Wereldfonds voor aids-, tuberculose- en malariabestrijding de pogingen tot geldverduistering actief bestrijdt.
Kan de minister zijn voornemen verduidelijken om de Belgische steun aan het Wereldfonds, die in de begroting is opgenomen, op te schorten?
Is het redelijk onze financiële steun volledig op te schorten terwijl de feiten zich wellicht beperken tot enkele landen en het Wereldfonds dat gekonkel actief bestrijdt?
Als de opschorting zou worden opgeheven ten gevolge van de resultaten van het onderzoek van de Europese Commissie, zal de storting van de hulp vertraging hebben opgelopen. Heeft u de gevolgen daarvan voor de uitvoering van de programma’s van het Wereldfonds geëvalueerd?
Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). – Zoals gezegd zal de minister voor Ontwikkelingssamenwerking de Belgische bijdrage aan het Wereldfonds voor aids-, tuberculose- en malariabestrijding niet storten. De beslissing werd genomen nadat het fonds zelf had bekendgemaakt dat de gelden in bepaalde landen verkeerd waren besteed. Het ontdekken van die corruptie was met andere woorden niet het resultaat van een externe audit, maar het gevolg van de verantwoordelijkheidszin van de organisatie zelf. Concreet is 44 miljoen dollar, op een totaal budget van 13 miljard dollar, in verkeerde handen terechtgekomen, of 0,3% van de totale uitgaven van het fonds. Maar 0,3% is voor België blijkbaar voldoende om zijn jaarlijkse bijdrage aan de wereldwijde strijd tegen aids, tbc en malaria te blokkeren.
Het is echter dankzij het programma van het fonds dat miljoenen mensen muskietennetten kunnen gebruiken, een tuberculosebehandeling krijgen of verder kunnen leven dankzij de vooruitgang die geboekt werd op het vlak van aidsremmers.
Enkele maanden geleden verzekerde de minister de Senaat nog dat de reactie op de corruptie vastgesteld door het fonds zelf, proportioneel zou zijn. Vandaag moeten we echter vaststellen dat, zolang het onderzoek loopt, de fondsen geheel bevroren blijven, en dát precies op het ogenblik dat in New York de VN-aidsconferentie plaatsvindt, 30 jaar na de ontdekking van het virus, en precies op het ogenblik dat alle experts, zoals Bertrand Audoin, hoofd van de International AIDS Society, oproept om meer tijd en geld te stoppen in het zoeken naar een echt aidsmedicijn. Toeval wil ook dat dokter Kazatchkine, executive director van het fonds, volgende week in de Senaat wordt gehoord. Ik hoop echt dat we hem kunnen melden dat België zijn beslissing zal terugdraaien.
Graag vernam ik van de minister waarom hij besliste tot de buitenproportionele reactie om de volledige bijdrage aan het Wereldfonds stop te zetten, hoewel de organisatie zelf de problemen aankaartte en de aidsbestrijding duidelijk haar nut heeft bewezen en nodig blijft.
Mevrouw Marie Arena (PS). – Ik heb net zoals mijn collega’s vernomen dat België zijn bijdrage van 21 miljoen euro aan het Wereldfonds voor aids-, tuberculose- en malariabestrijding voor 2011 heeft opgeschort wegens verdenkingen van verduistering in sommige ontvangende landen.
De strijd tegen aids, malaria en andere ziektes is één van de Millenniumdoelstellingen. Die doelstelling is moeilijk te bereiken. In deze problematische situatie, die al maanden aansleept, lopen verschillende onderzoeken om het bedrog vast te stellen.
Het Wereldfonds heeft een panel van internationale experts aangesteld en streeft volledige transparantie na. In december 2010 heeft het ook verschillende bijdragen opgeschort wegens verduistering van gelden en ongerechtvaardigde uitgaven. Die opgeschorte bijdragen werden overgemaakt aan nieuwe entiteiten die hun sporen hebben verdiend op het vlak van beheer en efficiënte werking.
Fraude moet hoe dan ook worden bestraft, maar we kunnen vragen stellen bij de weerslag van een dergelijk bericht voor de geldschieters op de vooravond van de opening van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die plaatsvindt in New York van 8 tot 10 juni. Artsen Zonder Grenzen had net de absolute noodzaak van steun aan het Wereldfonds benadrukt om de goede resultaten van de voorbije tien jaar te behouden en om de doelstellingen voor de periode van nu tot 2015 te bereiken.
Kan de minister toelichten welke de nieuwe elementen zijn in het dossier sinds maart – toen hij antwoordde op een vraag van mevrouw Temmerman – die aan de grondslag liggen van de beslissing de steun aan het Wereldfonds op te schorten?
Welke maatregelen heeft u genomen opdat die opschorting, noch de patiënten, noch de vele begunstigden die niet van corruptie kunnen worden verdacht, benadelen?
Antwoord :
Deze vragen sluiten aan op de vragen die ik in maart heb beantwoord. Zijn er in dit dossier nieuwe elementen, mevrouw Arena?
Mevrouw Arena, ik heb vorige dinsdag niets meegedeeld; de krant De Morgen heeft op aansturen van een aantal parlementsleden blijkbaar ontdekt wat ik in maart jongstleden heb gezegd. Ik kan alleen herhalen dat onze houding sindsdien absoluut niet veranderd is.
Zoals ik u bij die gelegenheid al heb gezegd, is het niet mijn bedoeling blindelings een sanctie op te leggen of ‘een reactie buiten proportie te ondernemen’ tegen organisaties die fraude vaststellen. Ik wil evenmin de ernst en de kwaliteit van het Wereldfonds ter discussie stellen. Het fonds bracht malversaties aan het licht. Het gaat niet over vermoedens zoals ik in bepaalde commentaren kon lezen, maar over bewezen fraude voor een bedrag van naar schatting 34 miljoen euro. Ik heb alle lof voor de beslissing van de leiding van het fonds om op hoog niveau een groep op te richten die de financiële beschermingsmaatregelen van het fonds moet doorlichten. Het verslag van die groep wordt verwacht vóór 15 september, en niet zoals eerst aangekondigd vóór mei.
Terwijl Duitsland heeft beslist om de betaling van zijn bijdrage voor 2011 op te schorten, heeft de Europese Commissie van haar kant, alvorens haar bijdrage van 134 miljoen euro te storten, een onderzoek opgestart naar de wijze waarop het Wereldfonds gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen van haar audit van 2009-2010. Die aanbevelingen hadden hoofdzakelijk betrekking op procedures voor de gunning van opdrachten en op methoden om fraudezaken op te sporen.
Het onderzoek heeft tevens betrekking op de vier landen die bij de malversaties zijn betrokken – Mali, Djibouti, Mauritanië en Zambia – en net als een hele reeks andere landen verwachten we de resultaten ervan in de loop van volgende weken. Een gunstige analyse zal voor de Commissie het licht op groen zetten om haar bijdrage te betalen zoals gepland.
België heeft besloten zich aan te sluiten bij het standpunt van de Commissie die het vertegenwoordigt in de raad van bestuur van het fonds. Zoals ik in maart al heb gezegd, lijkt het me voorts normaal en juist om rekening te houden met de besluiten van het onderzoek alvorens onze bijdrage te storten.
Het nulrisico mag dan niet bestaan, we moeten ervoor zorgen dat fraude wordt bestreden; zo zie ik in elk geval mijn rol als minister verantwoordelijk voor het goed beheer van de staatskas ten overstaan van de burgers die deze assemblee vertegenwoordigt. Dat is ook de waarborg dat we de door ons allen nagestreefde doelstellingen om die kwalen beter te bestrijden, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid halen.
België blijft zich resoluut inzetten voor de strijd tegen onder andere aids, tuberculose en malaria. Daarvan getuigt enerzijds de verhoging van de bedragen de we toekennen aan het Wereldfonds – 12,4 miljoen euro in 2008, 16,6 miljoen in 2009 en 21 miljoen in 2010 – waarvan de jaarlijkse begroting schommelt rond de 2 miljard euro, en anderzijds de vertegenwoordiging van ons land door de eerste minister zelf op de VN-conferentie over aidsbestrijding; hij heeft er de directeur-generaal van het Fonds, professor Kazatchkine, kunnen ontmoeten en geruststellen.
Tot slot wil ik de opeenvolgende gebeurtenissen op een tijdlijn uitzetten. Ten eerste, de geldschieters werden in oktober 2010 uitgenodigd het bedrag van hun bijdrage voor de periode 2011-2013 mee te delen. Om bovenvermelde redenen heeft België niets kunnen meedelen maar wel zijn bereidheid bevestigd om nauw met het Wereldfonds te blijven samenwerken. Ten tweede, de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft de begroting 2011 in mei goedgekeurd en als bijdrage voor het Wereldfonds het bedrag van vorig jaar van 21 miljoen euro voor het lopende jaar aangehouden. Ten derde, volgens de opgestelde planning die aan het Wereldfonds is meegedeeld, zou die bijdrage gedurende het laatste kwartaal van dit jaar worden betaald voorzover de verschillende onderzoeken bevestigen dat het Fonds zich ertoe verbindt de corruptie te bestrijden. Zo kunnen de gemeenschap van geldschieters en de openbare opinie er ongetwijfeld van op aan dat de fondsen goed beheerd worden en wordt het partnerschap tussen het Wereldfonds en België sterker.
Zoals u hebt kunnen vaststellen, is er in deze fase nog geen sprake van een opschorting of een schrapping, zoals in andere landen. Aidsbestrijding blijft een belangrijk element van het Belgische ontwikkelingsbeleid, via dit soort bijdragen en via bilaterale ontwikkelingsprogramma’s waarin gezondheid een prioritaire plaats inneemt. Ik herinner eraan dat we alleen al in 2010 niet minder dan 46 miljoen euro aan aidsbestrijding hebben besteed.
Hopelijk heb ik u er met dit antwoord van kunnen overtuigen dat ik de bestrijding van die ziekten en meer bepaald van aids wil blijven steunen.
[:]