Op 28 september hebben de commissie Buitenlandse Zaken van het Europees Parlement en haar subcommissie Veiligheid en Defensie deelgenomen aan een interparlementaire vergadering, samen met de vertegenwoordigers van de nationale parlementen.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken, Olivier Chastel, heeft namens de Hoge Vertegenwoordigster Cathy Aston op deze vergadering een overzicht gegeven van de opportuniteiten van het Verdrag van Lissabon inzake consolidering van het Europese veiligheids- en defensiebeleid.
De Europese Dienst voor Extern Optreden is binnen een paar maanden operationeel. De EDEO moet binnen eenzelfde structuur alle verschillende instrumenten en diensten voor buitenlands beleid van de Europese Unie samenbrengen, dus ook deze die betrekking hebben op een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. ‘Dit is een grote sprong vooruit en ik ben ervan overtuigd dat deze dienst een nieuw elan zal geven aan onze Europese werking. Bovendien zal de EDEO de Unie helpen om haar internationale verantwoordelijkheden, die steeds belangrijker worden, te dragen’, aldus Olivier Chastel. Vervolgens is de staatssecretaris dieper ingegaan op de uitdaging om profijt te halen uit de financiële crisis door nauwer te gaan samenwerken en door te zoeken naar manieren om ons geld efficiënter te besteden en de ons ter beschikking gestelde middelen beter te gebruiken.
In minder dan tien jaar heeft de EU meer dan twintig CMO’s (operaties voor crisisbeheersing) gelanceerd, zowel op burgerlijk als militair vlak. ‘De werking van een missie wordt vaak versterkt en ondersteund door andere maatregelen van de EU, bijvoorbeeld op diplomatisch vlak door het inzetten van speciale EU-vertegenwoordigers of de financiering van bijkomende acties door de Commissie; we werken trouwens nauw samen met onze partners, met name de Verenigde Naties, maar ook met de NAVO en andere instanties’, verduidelijkte Olivier Chastel die hiervoor dan ook nog een aantal voorbeelden aanhaalde, zoals de aanwezigheid in de Westelijke Balkan (Kosovo, Bosnië-Herzegovina) of Somalië in het kader van de operatie EUNAVFOR-Atalanta om het probleem van de piraterij aan te pakken. De Europese Dienst voor Extern Optreden zal dus zorgen voor een grotere coherentie tussen burgerlijke en militaire middelen.
‘Het is nu aan de nationale parlementen en aan het Europees Parlement om te beslissen over de vorm van deze interparlementaire samenwerking binnen de EU en om een Europese cultuur voor veiligheid en defensie uit te werken’, luidde de conclusie van Olivier Chastel die hiermee verwees naar de democratische controle van het veiligheids- en defensiebeleid. Tot slot bracht hij hulde aan de mannen en vrouwen die door de 27 lidstaten ingezet worden bij operaties in de hele wereld.