Na deze derde begrotingscontrole volgt het overheidsbudget nog steeds haar traject, namelijk een maximaal deficit van 2,8% voor België en 2,4% voor Entiteit I.
Na het analyseren van het rapport van het Monitoringcomité (dat bepaalde dat we 811 miljoen euro nodig hebben om onze doelstellingen te halen) heeft de Regering een diepgaande evaluatie gemaakt van de verschillende begrotingsposten en enkele correcties gedaan.
Met betrekking tot de controle van de uitgaven is de regering zeer strikt geweest. Op mijn initiatief werden verschillende beslissingen genomen. Een versterkt mechanisme van budgettaire behoedzaamheid werd ingesteld en midden september werd de herverdeling van kredieten verboden.
Ik heb eveneens voorgesteld om de administratieve blokkering van de interdepartementale provisie (70 miljoen), de investeringskredieten (80 miljoen) en de werkingskredieten (62 miljoen) definitief te maken, zodat een deel van de bevriezing van de uitgaven, zoals werd beslist in juli, omgezet wordt in een reële besparing van 212 miljoen euro.
Ten slotte heeft de regering beslist om enkel niet-samendrukbare uitgaven toe te laten en dit tot het einde van het jaar. In functie van de raming van het netto beschikbaar saldo zal deze beslissing een bijkomende besparing van 202 miljoen euro mogelijk maken.