Vraag van mevrouw Els Demol
Vraag :
De minister was onlangs in Kigali om het nieuwe samenwerkingsakkoord met Rwanda te beklinken. De Rwandese autoriteiten zouden bijzonder misnoegd zijn over het feit dat België voorwaarden stelt aan de 40 miljoen extra steun.
Is Rwanda ontevreden over de voorwaarden? Wij zijn een grote donor en mogen dus toch iets verwachten op het vlak van rechtsstaat en politieke vrijheden. Zal België het lef hebben om de schijf niet uit te keren?
Hoe hebben we dit aangekaart bij de Europese partnerdonoren? Wat was hun reactie? Hoe worden de niet-Europese donoren, zoals de VS, bij dit alles betrokken? Neemt de minister het initiatief om de grote donorlanden rond de tafel te brengen?
Antwoord :
Over de indicatoren voor de toekenning van een bijkomend bedrag in het kader van het nieuwe Indicatieve Samenwerkingsprogramma (ISP) werd onderhandeld met de Rwandese partner.
Zoals met Burundi en de Democratische Republiek Congo, werd met Rwanda overeengekomen dat
een bijkomende schijf van 40 miljoen euro vrijgemaakt zou kunnen worden na een tussentijdse evaluatie op basis van internationaal erkende criteria.
De criteria werden in overleg met Rwanda bepaald. De onderhandelingen verliepen in een constructieve sfeer. Op geen enkel moment heeft Rwanda zijn bijzondere misnoegdheid geuit.
De toekenning van een bijkomende schijf zal afhankelijk worden gemaakt van de evolutie inzake goed bestuur op politiek en economisch gebied.
België is de zesde donor van Rwanda en de derde bilaterale donor na de VS en het Verenigd Koninkrijk.
De grote donoren en de internationale financiële instellingen zetten vooral de prestaties van Rwanda op het vlak van de macro-economische stabiliteit in de verf.
Zoals bepaald in artikel 8 van de Cotonou-akkoorden, wordt een politieke dialoog gevoerd tussen de Europese donoren en de Rwandese regering. In die context vestigt ons land ook de aandacht op problemen inzake het functioneren van de rechtsstaat en de politieke vrijheden.
Het is niet mogelijk om een overzicht te geven van de diverse interventies aan het adres van diverse Europese en niet-Europese donoren.
De belangrijkste donoren moeten een gecoördineerd beleid voeren ten opzichte van de Rwandese overheid. Inzake de taakverdeling tussen de donoren is aanzienlijke vooruitgang geboekt. De technische en financiële partners hebben zich ertoe verbonden om in ten hoogste 3 sectoren actief te zijn.
Op technocratisch vlak worden er goede resultaten bereikt in de beleidsdialoog met de Rwandese regering, maar inzake de rechtstaat en de politieke vrijheden moeten de inspanningen worden voortgezet.
In de nabije toekomst is er geen initiatief gepland om de grote donorlanden rond de tafel te brengen.
[:]