Tijdens de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting onder het voorzitterschap van Minister Olivier Chastel, samen met Minister van Financiën Koen Geens en de Ministers die de Gemeenschappen en Gewesten vertegenwoordigden, werd op 26 april het Stabiliteitsprogramma ter sprake gebracht. De Ministerraad keurde dit eerder goed. In dit Programma worden de oriëntaties en de doelstellingen van het Belgische begrotingsbeleid voor de periode 2013 – 2016 vastgelegd. Het programma vertrekt van het Stabiliteitsprogramma dat ingediend werd in 2012 en steunt op de aanbevelingen uit het advies van de Hoge Raad van Financiën (HRF) van maart 2013.
Twee vaststellingen van de Hoge Raad van Financiën zijn van bijzonder belang. Ten eerste vergden, gelet op de huidige macro-economische vooruitzichten, de realisaties van de nominale begrotingsdoelstellingen van het Stabiliteitsprogramma 2012 – 2015 beduidend meer inspanningen dan de realisaties waarop het vorige Stabiliteitsprogramma was gesteund. Ten tweede heeft de HRF aanbevolen een aanzienlijke structurele begrotingsinspanning over de jaren 2013-2014 te leveren. Olivier Chastel is van mening dat “de nadruk meer op de doelstellingen in structurele termen zal worden gelegd waardoor het begrotingsbeleid minder afhankelijk wordt van de schommelingen op het vlak van de groeivooruitzichten en zo dus stabieler wordt”.
Op basis van de gehanteerde hypothesen komt men dus tot een nominaal vorderingensaldo van -2,5% van het BBP in 2013, van -2,0% in 2014, van -0,5% in 2015 om dan tot een overschot van 0,4% voor de gezamenlijke overheid in 2016 te komen.
In de namiddag werd het Programma ook aan het Parlement voorgesteld in het Adviescomité voor Europese aangelegenheden.
Het stabiliteitsprogramma zal tegen het einde van de maand naar de Europese commissie verstuurd worden.