Vraag van de heer Steven Vandeput
Vraag
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, bij de ontbinding van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat in april 2010 werd een procedure van budgettaire discipline en budgettaire behoedzaamheid ingesteld. De ontslagnemende regering kon immers niet meer al haar bevoegdheden uitoefenen en moest haar bevoegdheden dus beperken tot lopende zaken. Dit laatste betekent dat de regering alleen maatregelen kan nemen die hoogdringend zijn en die nodig zijn om de continuïteit van het bestuur van het land te waarborgen.
Dit werd concreet vertaald in een scherper toezicht op de budgettaire vastleggingen. De drempels voor het voorleggen van vastleggingen aan de Ministerraad en de Inspectie van Financiën werden verlaagd.
De huidige regering heeft bij haar aantreden in december van vorig jaar beslist om dit systeem van budgettaire behoedzaamheid aan te houden. Meer nog, met de omzendbrief van 24 april 2012 werd het mechanisme nog versterkt.
Mijnheer de minister, kunt u aangeven welke dossiers aan de Ministerraad moeten worden voorgelegd?
Het systeem blijft in principe van toepassing tot het einde van het jaar. Komt er een evaluatie en wordt het systeem voortgezet in 2013? U hebt daarop inderdaad reeds deels geantwoord in uw antwoord op de vraag van de heer Devlies.
Voor zover ik kan nagaan is er tussen 22 oktober en 30 november geen officiële Ministerraad geweest, door begrotingswerkzaamheden, voorbereidingen, onderhandelingen die niet vlotten, deadlines die gesteld werden en niet gehouden werden enzovoort. Betekent dit dat de uitgavendossiers zijn blijven liggen door het ontbreken van officiële Ministerraden?
In uw aanspreking staat minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging. Kunt u aangeven op welke manier dit systeem en de eventuele verlenging van het systeem een administratieve vereenvoudiging betekenen voor de overheidsdiensten?
Antwoord
De gecoördineerde versie van 25 oktober 2012 van de omzendbrief betreffende de begrotingsbehoedzaamheid voor het begrotingsjaar 2012 houdt rekening met de wijzigingen en toevoegingen ten gevolge van de beslissingen van het conclaaf van oktober. De omzendbrief is van toepassing tot het einde van het begrotingsjaar 2012.
Elke nieuwe uitgave voor een bedrag hoger dan 5 500 euro exclusief btw voor overheidsopdrachten voor werken, leveringen, diensten, andere overeenkomsten, toelagen enzovoort, dient de goedkeuring te krijgen van de Ministerraad nadat de inspecteur van Financiën of de afgevaardigde van Begroting een formeel advies heeft afgeleverd over de niet-samendrukbare aard van de uitgaven.
Wat de overheidsopdrachten betreft, wordt de goedkeuring gegeven bij de aanvang van de procedure. Deze goedkeuring is niettemin eveneens vereist op het moment van de toekenning als het totaal bedrag van de goed te keuren offerte de raming met meer dan 15 % overschrijdt. Er dient echter te worden opgemerkt dat de openbare aanbestedingen die binnen het toepassingskader van het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 vallen apart ingeschreven dienen te worden, zoals in normale omstandigheden, met verzoek tot voorafgaand akkoord van de minister van Begroting alvorens aan de Ministerraad te worden voorgelegd.
De CMS-FOR-contracten en de uitgaven op de orderrekeningen worden eveneens aan de bepalingen van deze omzendbrief onderworpen.
Voor de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag lager ligt dan 5 500 euro exclusief btw en voor de toelagen en de subsidies die onder de drempel blijven die bepaald werd door artikel 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 ligt de verantwoordelijkheid voor de bepaling van de nietsamendrukbare aard van de uitgaven bij de voorzitter van de respectievelijke FOD, POD, ministerie, dienst of instelling.
De dossiers moeten de normale procedure inzake de administratieve en begrotingscontrole volgen, met inbegrip van een advies van de Inspecteur van Financiën en een eventueel beroep bij de minister van Begroting, overeenkomstig artikel 17 van het koninklijk besluit van 16 november 1994. Daarna worden ze aan de Ministerraad voorgelegd.
Voor de OISZ en de ION’s van categorie B of aanverwante kan het beheerscomité of zijn afgevaardigde, indien de commissaris een negatief advies geeft, aan de bevoegde minister vragen tegen de beslissing beroep aan te tekenen. De minister zal vervolgens de verantwoordelijkheid op zich nemen, om bij de minister van Begroting en vervolgens bij de Ministerraad al dan niet beroep aan te tekenen.
Voor de beslissingen die een positief advies krijgen, bezorgt de regeringscommissaris elke veertien dagen al zijn positieve adviezen aan de minister van Begroting, die een tabel opstelt met alle door de regeringscommissaris aanvaarde verzoeken. Daarna kan hij op deze basis het initiatief nemen om instructies aan zijn commissarissen te geven, teneinde hun beleid om te buigen, zijnde een verharding of versoepeling van de beoordeling van de criteria. Hij bezorgt de tabel ook aan de Ministerraad, zodat de Ministerraad de correcte toepassing van de beslissing kan controleren en desgevallend de minister van Begroting kan vragen nieuwe instructies aan zijn commissarissen in de regering te geven.
De dossiers die aan de budgettaire behoedzaamheid zijn onderworpen, werden wekelijks in de werkgroep Budgettaire Behoedzaamheid behandeld. Zij zijn op de Ministerraad of op de elektronische Ministerraad goedgekeurd.
Gelet op de budgettaire context, is het mijn verantwoordelijkheid over de budgettaire behoedzaamheid te waken. Ter zake dient een evenwicht te worden gezocht tussen, enerzijds, het waken over de begrotingsdiscipline en, anderzijds, het beperken van de administratieve lasten. De aanpak inzake budgettaire discipline en de daaraan gekoppelde omzendbrief zullen vóór 2013 ter goedkeuring aan de Ministerraad worden voorgelegd. De FOD B&B werd gevraagd voorstellen voor een alternatieve aanpak uit te werken.