Vraag van de heer Carl Devlies
Vraag
De reserves van het Zilverfonds bedragen 14 miljard euro, terwijl de meerkosten van de vergrijzing tegen 2060 300 miljard euro zullen bedragen. Bovendien kunnen de reserves niet worden aangewend zolang de staatsschuld hoger is dan 60 procent van het bbp. De reserves in het Zilverfonds zijn immers belegd in schuldpapier van de overheid zelf, wat volgens nogal wat economische specialisten neerkomt op een vestzak-broekzakoperatie. De regering onderzoekt nu of een fusie met het Toekomstfonds voor de ezondheidszorg aangewezen is.
Wat zijn de conclusies van dat onderzoek? Welke aanbevelingen staan er in het rapport van Roland Berger? Krijgt onze commissie dat rapport? Wanneer zal volgens de prognoses de staatsschuld verminderd zijn tot 60 procent van het bbp?
Hoeveel van de reserves in het Zilverfonds werden gestijfd met eenmalige inkomsten? Zou in tijden van hoogconjunctuur een orthodox begrotingsbeleid niet beter geweest zijn als voorbereiding op de vergrijzing?
Wat kost het beheer van het Zilverfonds?
Hoe groot wordt de besparing geraamd van de pensioenhervorming van 2012?
Antwoord
Uit het rapport van Roland Berger over het te voeren beleid blijkt dat de effectieve pensioenleeftijd in ons land lager is dan in andere landen en erg afwijkt van de wettelijke pensioenleeftijd. De voorwaarden moeten dus strenger worden en de tewerkstellingsgraad bij mensen van 50 tot 64 jaar moet omhoog. Er moet een gedeeltelijke verschuiving komen van een systeem van defined benefit naar defined contribution en van een repartitiestelsel naar een kapitalisatiestelsel. De tweede en derde pensioenpijler moeten worden versterkt.
Het rapport van Rolang Berger is niet door mij besteld, het is nu aan de opdrachtgever of de betrokken firma om te bepalen in welke mate de informatie in de commissie mag worden verspreid.
De prognoses over de staatsschuld hangen uiteraard af van de gehanteerde hypotheses. Voor 2013 en 2014 worden de tekort- en schuldcijfers gebruikt zoals die opgenomen zijn in de initiële begroting. Er werd verwacht dat het vorderingstekort in 2015-2016 verder wordt afgebouwd en dat er in 2017 een nominaal overschot zal zijn van 0,75 procent. De groeihypotheses die worden gebruikt zijn die van de Studiecommissie voor de vergrijzing. Volgens deze hypotheses zou de schuldgraad vanaf 2027 onder de 60 procent komen te liggen.
De prognoses over de staatsschuld hangen uiteraard af van de gehanteerde hypotheses. Voor 2013 en 2014 worden de tekort- en schuldcijfers gebruikt zoals die opgenomen zijn in de initiële begroting. Er werd verwacht dat het vorderingstekort in 2015-2016 verder wordt afgebouwd en dat er in 2017 een nominaal overschot zal zijn van 0,75 procent. De groeihypotheses die worden gebruikt zijn die van de Studiecommissie voor de vergrijzing. Volgens deze hypotheses zou de schuldgraad vanaf 2027 onder de 60 procent komen te liggen.
Discussies over het vroegere beleid hebben geen zin. Deze regering heeft van bij haar aantreden werk gemaakt van een aantal belangrijke structurele maatregelen en op die weg moeten we blijven gaan.
De werkingskosten van het Zilverfonds zijn ten laste van de algemene uitgavenbegroting. Voor het begrotingsjaar 2013 werd een krediet van 206.000 euro vooropgesteld en in 2014 210.000 euro. Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt beheerd door de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ). Eventuele beheerskosten worden dus binnen de globale beheerskosten van de RSZ gedragen.
De bedragen voor de realisaties in de periode 2009-2012 zal ik schriftelijk bezorgen.
Over een fusie tussen het Zilverfonds en het Toekomstfonds bepaalt het regeerakkoord dat de regering de zin en mogelijkheden daarvan zal onderzoeken.
De waarde van de portefeuille, inclusief de interesten pro rata, zou eind 2014 20,8 miljard bedragen. Zolang de schuldgraad boven de 60 procent blijft, kunnen de extra uitgaven voor de vergrijzing niet door het Zilverfonds worden gedragen.
Het Zilverfonds wordt geconsolideerd binnen de ESR-perimeter, van elke aanpassing moet dus de ESR-impact worden getoetst. In 2016 moeten de gezamenlijke overheden een structureel overschot van 0,75 procent realiseren. Afhankelijk van de output gap zou dat moeten samengaan met een nominaal overschot van 0,4 procent van het bbp. Dat overschot zal een impact hebben op de financiering van het Zilverfonds.