Vraagnummer 59 of WATERSCHOOT Kristof
Modernisering van de boekhouding bij de verschillende overheden.
Het Rekenhof is nagegaan welk gevolg de FOD Budget en Beheerscontrole heeft verleend aan de aanbevelingen die het had geformuleerd naar aanleiding van zijn onderzoek in 2010 naar de voorbereiding van 67 entiteiten op de toepassing van de comptabiliteitswet van 22 mei 2003.
Het Rekenhof vraagt dat de minister van Begroting duidelijkheid schept via een indicatieve lijst van instellingen over het juiste toepassingsveld van de nieuwe wetgeving. Voorts moet de juistheid van de cijfers die de entiteiten in het kader van de consolidatie van de jaarrekening van de federale Staat moeten leveren, worden gewaarborgd op basis van kwaliteitsvolle controlemaatregelen. Er moet worden onderzocht of het boekhoudkundig draagvlak van de entiteiten kan worden versterkt via de oprichting van een centrale « boekhouddienst ».
Tot slot moet permanent worden opgevolgd welke vooruitgang de entiteiten maken op het vlak van de aanpassing aan de nieuwe boekhoudkundige regels.
Volgens het Rekenhof zou binnen entiteit II enkel de Duitstalige Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goed opgeschoten zijn met de invoering van een algemeen boekhoudkundig systeem met een gedeeltelijke dubbele boekhouding.
1. Wat is het resultaat van de analyse van de aanbevelingen van het Rekenhof?
2. Wat is de stand van zaken van de modernisering van de boekhouding bij de verschillende overheden?
3. Welke afspraken werden er gemaakt bij het overleg met Europese instanties en met de overheidsdiensten van entiteit II?
Antwoord op de parlementaire vraag n°59 gesteld door de heer WATERSCHOOT Kristof, Volksvertegenwoordiger
De Federale overheidsdienst budget en beheerscontrole heeft meerdere sessies ingericht met de verschillende vertegenwoordigers van de diverse instellingen bedoeld in artikel 2, 2°-4° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat. Dit is om hen bewust te maken van de boekhoudkundige verschillen die er bestaan tussen het rekeningstelsel van de privé sector en deze opgenomen in het koninklijk besluit van 10 november 2009 voor de publieke sector. Daarnaast werden de diensten met gelijkaardige boekhoudsystemen ook met elkaar in contact gebracht om gezamenlijk oplossingen te vinden om aan de wettelijke en reglementaire bepalingen te voldoen. Vervolgens werden ook meerdere sessies met de vertegenwoordigers van de verschillende diensten voorzien met betrekking tot de gegevens die ter beschikking zullen gesteld moeten worden van de federale overheidsdienst budget en beheerscontrole in het kader van de verwerkingen met betrekking tot de consolidatie van de rekeningen. Om ervaring op te doen inzake de integratie van deze diensten werd een specifieke dienst de mogelijkheid geboden om ook zijn boekhoudkundige verwerkingen te verrichten via het Fedcom systeem.
Uit de opgedane ervaringen werd voorgenomen om kleinere instellingen de mogelijkheid te bieden om een aparte dubbele boekhouding en begrotingsboekhouding te blijven aanhouden met dit element dat alle nodige boekhoudkundige en budgettaire gegevens steeds beschikbaar moeten zijn. Dit biedt de kleinere instelling de mogelijkheid om aan de voorwaarden te voldoen tegen een meer aanvaardbare kost. De grotere instellingen blijven gehouden om een geïntegreerde dubbele en budgettaire boekhouding te houden.
Rekening houdend dat de verschillende diensten zich bewust worden van de elementen die zullen geleverd moeten worden, hebben enkele diensten initiatieven genomen om van dit ogenblik gebruik te maken om hun huidige boekhouding te vernieuwen.
Om er zeker van te zijn dat alle instellingen hun boekhouding, conform aan de nieuwe wetgeving, hebben aangepast, werd geopteerd om de inwerkingtreding van de wet voor deze diensten bedoeld in artikel 2, 2°-4° van de voornoemde wet van 22 mei 2003 te laten ingaan op 1 januari 2016.
Rekening houdend dat de nodige gegevens op basis van de huidige wet en regelgeving door de bevoegde diensten tijdig ter beschikking kunnen worden gesteld via het Instituut voor de Nationale Rekeningen aan de bevoegde diensten van de Europese Unie, stellen er zich op dit punt geen problemen.
Een indicatieve lijst van de instellingen die vallen onder de toepassing van de voormelde wet van 22 mei 2003 zal, zodra de commissie van de openbare comptabiliteit (C.O.C.) is opgericht, door deze laatste worden vrijgegeven.