Schriftelijke vraag van de heer Bert Anciaux
Vraag :
Over de omvang van de federale beleidscellen doen vele verhalen en aantallen de ronde en worden dito vragen gesteld. Met als doel hier over de juist informatie te kunnen beschikken, verkrijg ik graag antwoorden op de volgende vragen met betrekking tot de beleidscellen waarover u beschikt voor de uitvoering van uw bevoegdheden.
1. Hoeveel personen werken er in het totaal voor uw Beleidscel? Graag kreeg ik een overzicht per niveau van aanwerving (leden, uitvoerend personeel, deskundigen, …) op 1 januari en 15 december 2010. Over hoeveel medewerkers mocht uw kabinet initieel beschikken bij aanvang van de vorige legislatuur?
2. Hoeveel mensen verlieten dit jaar uw kabinet en hoeveel mensen weden er dit jaar aangeworven?
3. Hoe ligt de verhouding tussen de vrouwelijke en mannelijke kabinetsmedewerkers binnen uw beleidscel? Graag kreeg ik een overzicht per niveau op 1 januari en op 15 december 2010.
4. Hoeveel onder hen werden gedetacheerd door een federale overheidsdienst of een andere openbare instelling? Hoeveel van deze gedetacheerde ambtenaren zijn statutaire ambtenaren en hoeveel zijn contractuele ambtenaren? Graag kreeg ik een overzicht per niveau op 1 januari en op 15 december 2010?
5. Hoeveel onder hen beschikken over een lokaal uitvoerend mandaat? Graag kreeg ik een gedetailleerd overzicht (bestuursniveau, aard van het mandaat…) op 1 januari en op 15 december 2010?
6. Hoeveel ambtenaren werden er gedurende deze legislatuur door de onder uw bevoegdheid ressorterende besturen of instellingen ter beschikking van uw beleidscel(len) gesteld ? Om welke functies ging het?
7. Wat zijn de gemiddelde jaarlijkse totale personeels- en werkingskosten voor uw beleidscel, berekend voor de periode van juni 2007 tot en met 2010?
Deze vraag werd ook gesteld aan :
eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid (nr. 5?584);
vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen (nr. 5?585);
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (nr. 5?586);
vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen (nr. 5?587);
vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid (nr. 5?588);
vice-eersteminister en minister van Begroting (nr. 5?589);
minister van Pensioenen en Grote Steden (nr. 5?590);
minister van Justitie (nr. 5?591);
minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid (nr. 5?592);
minister van Landsverdediging (nr. 5?593);
minister van Klimaat en Energie (nr. 5?594);
minister van Ontwikkelingssamenwerking (nr. 5?595);
minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven (nr. 5?596);
minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen (nr. 5?597);
minister van Binnenlandse Zaken (nr. 5?598);
staatssecretaris voor Mobiliteit (nr. 5?599);
staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding (nr. 5?600);
staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de Fiscale Fraude (nr. 5?601);
staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen (nr. 5?603);
staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap (nr. 5?604);
staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding (nr. 5?605).
Antwoord :
Als antwoord op de vraag die werd gesteld door het geachte lid, kan ik hem volgende elementen meedelen:
Op 1 maart 2010 werkten er 17 en 3/5 VTE (voltijds equivalenten) in mijn beleidscel en mijn secertariaat. Dit aantal lag lager dan de wettelijke limiet.
In functei avn het aanwervingsniveau hadden we :
-Directeurs : 2 VTE.
-Leden : 3 en 3/5 VTE (waarvan een vrouwelijk VTE).
-Uitvoerend personeel : 12 VTE (waarvan 6 en 2/5 vrouwelijke VTE).
Tien personeelsleden werden gedetacheerd van de federale administratie (een Directeur en negen leden van het uitvoerend personeel), waarvan 6 van de FOD Buitenlandse zaken (een Directeur en 5 leden van het uitvoerend personeel).
Op uw vraag omtrent de personeelsleden met een lokaal uitvoerend mandaat kan ik onmogelijk antwoorden, omdat er bij de uitoefening van dit soort mandaat geen enkel verband is met een functie in mijn cellen en deze informatie dus ook niet gevraagd wordt aan de medewerkers.
Tot slot bedroeg het budget voor personeelskosten 511.000 euro in 2008, 750.000 in 2009 en 716.000 in 2010. Het budget voor de werkingskosten bedroeg 233.000 euro in 2008, 366.000 in 2009 en 368.000 euro in 2010.
[:]