Schriftelijke vraag van M. Wouter DE VRIENDT
Vraag :
Tijdens de hoorzittingen met betrekking tot het Midden-Oosten op 23 maart 2011 somde u de inspanningen van België op het humanitaire vlak op: 1 miljoen euro voor het Rode Kruis, 460.000 euro voor de repatriëring van vluchtelingen en het transport van materiaal dat bestemd was voor Defensie voor het beschikbaar stellen van een transportvliegtuig. Daarnaast, voor de regio, nog een inspanning in het FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) (Parl. St., 53 1469/001, blz. 37).
ln haar tussenkomst voor de VN-Veiligheidsraad op 9 mei 2011 gaf vice-secretaris-generaal voor Humanitaire Zaken en Noodhulpcoordinatrice Valerie Amos een overzicht van de actuele en toekomstige noden aan humanitaire hulp in Libië. Meer dan 746.000 Libiërs hebben het land verlaten, en 58.000 zijn "internally displaced". De situatie is het ergst in de gevechtshaarden. In Misrata komt de bevolking bijna aan het einde van haar water- en voedselvoorzieningen, alsook andere basisvoorzieningen (VN-Veiligheidsraad, S/PV6530, blz. 1).
Amos is vooral bezorgd over de impact op de gezondheidsdiensten. Essentiële medicijnen, voorraden en vaccins raken niet aangevuld. De voedselvoorraden raken uitgeput. Libië rekent op import voor zijn voedselvoorziening: 75% van alle graan wordt ingevoerd. In sommige regio’s zal de voorraad over twee maanden uitgeput zijn.
Het United Office for the Coordination of Humanitatrian Affairs (OCHA) ontving tot nog toe 144 miljoen dollar voor haar humanitaire hulpverlening, dat is slechts 46% van wat het nodig heeft. Amos zegt dat ze bijkomende fondsen nodig zal hebben om tegemoet te komen aan de toegenomen humanitaire activiteiten in libië. OCHA rekent hiervoor op bijdragen van haar lidstaten, waaronder België.
1. Hoe kunnen we vermijden dat de hulpverlening aan Libië belemmerd wordt door het ingestelde sanctieregime?
2. Plant ons land een bijkomende bijdrage voor de humanitaire noden?
3. a) Zal ons land additionele middelen vrij maken om de financiering van OCHA-activiteiten in Libië te helpen bekostigen?
b) Hoeveel procent van de OCHA-inspanningen zal ons land pogen te leveren?
Antwoord :
Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.
1. De humanitaire organisaties stellen alles in het werk om toegang te krijgen of deze te vrijwaren tot de gebieden waar zich de getroffen en kwetsbare bevolkingsgroepen bevinden.
Toch is het zaak een onderscheid te maken tussen de militaire en politieke actie, enerzijds, en de humanitaire actie, anderzijds, die neutraal en onpartijdig moet zijn. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de internationale gemeenschap deze principes respecteert.
2. Naast de reeds vastgelegde bijdragen, voert mijn Administratie momenteel gespreken met het HCR om tot een nieuwe samenwerking te komen. De Belgische bijdrage kan een ondersteuning betekenen van een programma van het HCR om de noden in de kampen in Tunesië te lenigen en de lokale opvanggemeenschappen te steunen.
3. België verstrekt een bijdrage aan de verschillende flexibele fondsen van het humanitaire systeem, wat de humanitaire organisaties in staat stelt om deze fondsen in geval van crisis meteen te gebruiken. Momenteel kan dit soort bijdrage in geen geval worden gezien als een bijdrage die eigen is aan de Libische crisis. Dat is pas mogelijk op het einde van het jaar, wanneer de balansen worden opgemaakt. België verstrekt ook een bijdrage aan het CERF (Central Emergency Response Fund), een flexibel noodfonds beheerd door OCHA dat voor de Libische crisis 1,4 miljoen USD vrijmaakte. België verstrekt ook een bijdrage aan de “core resources” (algemene middelen) van de organisaties die in Libië actief zijn.
Het is op dit ogenblik moeilijk om te zeggen welk het aandeel van België zal zijn voor het verzoek van OCHA, aangezien de besprekingen over toekomstige bijdragen nog aan de gang zijn. Echter de situatie wordt van nabij gevolgd om uit te maken of een extra financiering aangewezen is maar ook om na te gaan waarvoor een nieuwe Belgische financiering het best zou worden aangewend. Dit alles moet worden bekeken in het kader van de begrotingsruimte en in het licht van de wereldwijde humanitaire noden in hun geheel.
[:]