Vraag van mevrouw Ingeborg De Meulemeester
Vraag
Mijnheer de minister, op 23 september werd een akkoord gesloten met het Internationaal Muntfonds. Een bedrag van 4,2 miljoen euro werd toegekend aan het IMF voor de ontwikkeling van capaciteiten en de verbetering van macro-economisch beheer in ontwikkelingslanden. Daarvan is 1,2 miljoen euro bestemd voor partnerlanden in België voor het beheer van overheidsfinanciën. Tevens gaat 1 miljoen naar Zuid-Soedan en 2 miljoen naar een fonds ter versterking van de fiscale overheden in tien ontwikkelingslanden, waarvan drie partnerlanden van België.
U verklaarde nadien dat door die steun aan fiscale overheden de mobilisatie van lokale inkomsten kan worden verbeterd, om zo bij te dragen aan hun capaciteit om eigen ontwikkelingsnoden aan te pakken.
Mijnheer de minister, ten eerste, over welke ontwikkelingslanden gaat het? Welke Belgische partnerlanden zullen door het akkoord ondersteund worden?
Ten tweede, werden er speciale voorwaarden gekoppeld aan die ontwikkelingssteun, hetzij door het IMF, hetzij door België?
Ten derde, zullen donoren zelf, naast de loutere financiering, kunnen meewerken aan de effectieve capaciteitsversterking in de ontwikkelingslanden? Zo ja, hoe zal dat gebeuren?
Antwoord
Mevrouw De Meulemeester, alvorens in te gaan op uw specifieke vragen, zal ik het algemene kader schetsen van onze recent gesloten akkoorden met het Internationaal Monetair Fonds. Het IMF vervult drie essentiële functies in het mondiale financieel-economische raamwerk: ten eerste, toezicht en advies, ten tweede, het verstrekken van leningen om landen te steunen in hun monetair- en betalingsbalansbeleid en, ten derde, technische bijstand op het gebied van monetair en macro-economisch beleid.
De twee akkoorden die op 23 september jongstleden werden ondertekend hebben betrekking op die laatste functie. Het gaat om, ten eerste, het financieren van technische bijstand en opleiding via de speciale rekening bij het IMF voor een bedrag van 2,2 miljoen euro en, ten tweede, om een bijkomende bijdrage aan een fonds voor de versterking van de fiscale beleids- en beheerscapaciteit, het zogenaamde Topical Trust Fund on Tax Policy and Administration, voor een bedrag van 2 miljoen euro.
Men moet een onderscheid maken tussen financieringen via de speciale rekening bij het IMF en financieringen via het fonds. In het eerste geval zijn de bijdragen bestemd voor technische assistentie op fiscaal, monetair en statistisch gebied in de 18 partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast worden er macro-economische opleidingen gefinancierd voor vertegenwoordigers van sleutelinstellingen uit Afrika, zoals centrale banken, ministeries van Financiën en planbureaus.
In het recente akkoord werd een punctuele ondersteuning voor een bedrag van 1 miljoen euro voor Zuid-Soedan vastgelegd, waar door de specifieke situatie van de pas verkregen onafhankelijkheid een grote nood bestaat aan technische en institutionele bijstand op het gebied van het monetair beleid en het beheer van de overheidsfinanciën.
Het tweede akkoord over de financieringsmiddelen van het fonds voor de versterking van de fiscale beleids- en beheerscapaciteit zorgt voor een driejarige ondersteuning van twaalf ontwikkelingslanden. Drie van de twaalf betrokken landen behoren tot de lijst van de Belgische partnerlanden, met name Senegal, Palestina en Bolivia.
Anders dan voor leningen, koppelt het IMF geen speciale voorwaarden aan het verstrekken van technische bijstand in het kader van zijn programma’s. Ook België maakt een dergelijke koppeling niet. Opvolging en evaluatie van de programma’s zijn verzekerd en laten eventuele bijsturing toe.
Voor het programma van technische bijstand gebeurt de opvolging in onderling overleg tussen het IMF en de vertegenwoordigers van Ontwikkelingssamenwerking bij de Belgische ambassade in Washington DC.
In het geval van het fonds voor de versterking van de fiscale beleids- en beheerscapaciteit worden de opvolging en de bijsturing verzorgd door een stuurcomité, waarin alle donoren die aan het fonds bijdragen, zitting hebben.
De capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden maakt een onderdeel uit van nagenoeg elk donorprogramma. De expertise van het IMF wordt daarbij aangewend voor steun aan ontwikkelingslanden bij het instellen of het bewaren van een gezond, macro-economisch klimaat. Ze richt zich dus op zaken zoals het beheersen van de inflatie, het verzekeren van eigen, fiscale inkomsten en het bewaren van een draagbare schuld.
De steun van het IMF is complementair met de steun van donoren in de meer traditionele, sociale en economische sectoren, aangezien een gezond macro-economisch klimaat een voorwaarde voor ontwikkeling en groei is.
In het geval van de akkoorden die België recent sloot, wordt, behalve technische bijstand, ook ruime aandacht besteed aan de opleiding van het nationale kader en de institutionele versterking.