Samengevoegde vragen van de heer Dirk Van der Maelen, mevrouw Eva Brems en de heer Philippe Blanchart
Vraag
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in de Hoorn van Afrika woedt de ergste hongersnood in zestig jaar. Meer dan 12 miljoen mensen moeten voor hun overleving rekenen op voedselhulp. Tienduizenden mensen zijn al om het leven gekomen.
Naast Kenia, Ethiopië en Djibouti woedt de honger het hevigst in Somalië. VN-voedselagentschappen waarschuwen vandaag dat 750 000 Somaliërs de volgende vier maanden niet overleven als de internationale respons ondermaats blijft. Sinds het begin van de hongersnood heeft de minister 9 miljoen euro extra vrijgemaakt. Toch ontbreken volgens de VN miljoenen euro’s om de dringendste dodelijke gevaren te ontzenuwen. Volgens hulporganisatie Oxfam en het Wereldvoedselprogramma werden bestaande waarschuwingssystemen voor de voedselcrisissen in de regio onvoldoende benut.
Mijnheer de minister, graag vernam ik van u of u extra middelen zult vrijmaken voor de strijd tegen hongersnood? Zo nee, waarom niet? Zo ja, graag een overzicht van hoe snel u die extra middelen gaat vrijmaken voor humanitaire programma’s en hoe groot die middelen zullen zijn.
Voorts wil ik u vragen welke afspraken er internationaal gemaakt zijn in juli. Ik heb u net voor het reces hierover ondervraagd en u zei mij toen dat ons land naar een internationale donorconferentie zou gaan. Ik heb u toen gevraagd of u zou aandringen op het maken van afspraken om preventief meer te doen dan in het verleden. Immers, die hongersnoden kunnen voorzien worden. Kunt u mij daarover iets meer vertellen?
Antwoord
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van der Maelen, de noodsituatie in de Hoorn van Afrika heeft een grote respons teweeggebracht. In totaal werd in de vorm van rechtstreekse financieringen een bedrag van 12 miljoen euro als volgt vrijgemaakt: het Wereldvoedselprogramma 3 miljoen euro, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties – FAO – 2 miljoen euro, OCHA 500 000 euro, het Belgische Rode Kruis 1 miljoen euro, Oxfam 500 000 euro, het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen 2 miljoen euro, UNICEF 1,5 miljoen euro, Dokters van de Wereld 500 000 euro en de luchtdienst van de Verenigde Naties UNHAS 1 miljoen euro. Daarnaast werd in 2011 bijna 30 miljoen euro op volledig flexibele basis overgemaakt aan onze humanitaire multilaterale partnerorganisaties.
De verdeling van deze fondsen tussen de Hoorn van Afrika en de andere crisisgebieden is pas a posteriori gekend en hangt af van de door de organisatie vastgestelde behoefte. Ik kan u evenwel al zeggen dat 33 % van de financieringen van het CERF voor 2011 werden gebruikt voor humanitaire noodinterventies in de Hoorn van Afrika. Ik heb mijn diensten trouwens gevraagd om te onderzoeken of er dit jaar nog bijkomende bedragen kunnen worden vrijgemaakt gezien het grote aantal crisissen sinds januari, zoals in Ivoorkust, Libië, de Hoorn van Afrika.
In antwoord op de vraag over het engagement van België in de Hoorn van Afrika op langere termijn herinner ik u eraan dat de landen van de Hoorn van Afrika geen deel uitmaken van onze achttien partnerlanden. Het is dus niet mogelijk om structureel te investeren op lange termijn. Niettemin zal het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid in Ethiopië programma’s ontwikkelen om de kwetsbare bevolkingsgroepen meer structurele middelen te bieden. Daarnaast investeren de door België gefinancierde humanitaire partners in de Hoorn van Afrika in risicoverlagende strategieën om te vermijden dat dergelijke humanitaire rampen in de toekomst nog kunnen plaatsvinden.