Vraag van mevrouw Ingeborg De Meulemeester
Vraag
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 27 april van dit jaar heb ik u in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen een vraag gesteld over de toegankelijkheid van de indicatieve samenwerkingsprogramma’s tussen ons land en de achttien partnerlanden.
Ik ben van mening dat de ISP’s te weinig toegankelijk zijn voor de inwoners en voor de ngo’s van dit land. Voor dertien partnerlanden zijn deze opgesteld in het Frans, voor Bolivia en Peru tevens in het Spaans en voor vijf andere partnerlanden slechts in het Engels.
Uit het antwoord dat u mij toen gaf op mijn vraag kon ik afleiden dat u mijn bekommernis deelde. U bevestigde dat u uw diensten zou laten onderzoeken of in een vrije vertaling in het Nederlands en eventueel in het Frans kon worden voorzien.
Hoever staat u met dit onderzoek? Wanneer mogen wij de eerste vrije vertalingen ontvangen?
Antwoord
Mijnheer de voorzitter, ik heb aan mijn diensten gevraagd om te onderzoeken of ISP-documenten in de toekomst van een vrije, niet door het partnerland bevestigde, vertaling kunnen worden voorzien. De Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking beschikt niet over een eigen vertaaldienst en is voor vertalingen afhankelijk van de vertaaldiensten van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken die onder de verantwoordelijkheid staat van de minister van Buitenlandse Zaken.