Schriftelijke vraag van mevrouw Sabine de Bethune
Vraag
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) werd opgericht door de wet van 16 december 2002. Volgens artikel 4 van deze wet is het Instituut onder meer bevoegd om:
1º de studies en onderzoeken betreffende gender en gelijkheid van vrouwen en mannen te verrichten, ontwikkelen, ondersteunen en coördineren, en de impact van de concrete beleidslijnen, programma’s en maatregelen vanuit genderperspectief te evalueren;
2º aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de wetten en reglementeringen, met toepassing van artikel 3;
3º aanbevelingen te richten tot de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de onder 1º vermelde studies en onderzoeken;
4º ondersteuning en bijstand te organiseren aan de verenigingen die actief zijn op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen, of voor projecten tot bevordering van gelijkheid van vrouwen en mannen;
5º binnen de perken van zijn doel, hulp te verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en verplichtingen. Die hulp laat toe aan de betrokkene om inlichtingen en raadgevingen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden, te verkrijgen.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1) Heeft het IGVM in 2010 een aanbeveling gericht aan uw departement? Zo ja, welke en waarom? In hoeverre heeft u in uw beleid rekening gehouden met de aanbevelingen?
2) Hoe vaak heeft uw departement advies of bijstand gevraagd aan het IGVM? Zo niet, waarom niet?
Antwoord
1. Het Instituut voor gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen heeft contact opgenomen met de FOD Budget en Beheerscontrole opdat in de begrotingsdocumenten van de federale staat de genderdimensie zou worden opgenomen.
De wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen (M.B. van 13 februari 2007) bepaalt dat de beleidsdoelstellingen bij het begin van de regeerperiode worden bepaald en dat deze doelstellingen worden omgezet in algemene beleidsnota’s van elke minister.
Deze wet maakt het dus verplicht de specifieke kredieten te vermelden betreffende de gelijkheid van kansen. De overheidsdiensten zijn ook verplicht vanaf de opmaak van hun begroting rekening te houden met het geslacht, zowel op vlak van uitgaven als op vlak van inkomsten. Bij de inkomsten moet vooraf een genderanalyse worden gemaakt.
Sindsdien geeft de FOD Budget en Beheerscontrole in zijn rondzendbrief aan de andere FOD’s en departementen mee hoe de begrotingsopmaak in genderdimensie in zijn werk gaat. Hij onderstreept daarbij telkens dat het om een wettelijke verplichting gaat.
De dossierbeheerders moeten alle nodige inlichtingen doorsturen naar de dienst Begroting en Beheerscontrole van hun FOD wanneer ze bij deze dienst een aanvraag tot begrotingskrediet voor het dossier indienen.
De FOD Budget en Beheerscontrole ziet toe op de naleving van de richtlijnen uit de rondzendbrief en voert dus een controlefunctie uit op de genderdimensie bij de opmaak van de begroting.
2. De FOD Budget en Beheerscontrole heeft geen beroep gedaan op het Instituut voor gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen in 2010. Dat jaar heeft zich op de FOD Budget en Beheerscontrole geen enkele gebeurtenis of toestand voorgedaan die de hulp van het Instituut noodzakelijk maakte.