Schriftelijke vraag van de heer Bert Anciaux
Vraag :
Het Westen koestert het microkrediet als wondermiddel tegen armoede. Het concept van Mohammed Yunus is een eenvoudig maar daarom niet minder briljant idee. Het benadert de armen van deze wereld niet als arme stakkers, maar als potentiële ondernemers. Men geeft hen een lening waarmee ze een onderneming kunnen beginnen en zich zo kunnen. Mooi verhaal, topidee, Mohammed Yunus kreeg er de Nobelprijs voor.
Langdurig onderzoek bewijst echter dat niet al goud is wat blinkt. Tegen elk succesverhaal van een microkrediet staan er vele minder fraaie verhalen die getuigen over doorgedreven groepsdruk, torenhoge rente en nieuwe putten om andere te delgen. Een reportage van panorama op 10 april toonde de ronduit schrijnende toestanden waartoe microkredieten kunnen leiden. In sommige streken in India leidden mislukte microkredieten tot vele zelfmoorden.
Tegelijkertijd blijkt dat de vader van het microkrediet, Yunus, er nogal dubieuze zakenmethoden er op na houdt. De middelen die hij ontving van een Noorse ontwikkelingsorganisatie, gefinancierd uit belastinggeld, sluist hij weer door naar een andere onderneming voor mobiele telefonie. Toen dit aan het licht kwam, probeerde men deze informatie angstvallig geheim te houden. Nog steeds is slechts een derde teruggestort en blijft een raadsel waar de overige tientallen miljoenen euro gebleven zijn.
Ook hier mag het kind niet met het badwater weggegooid worden. Het microkrediet kan nog steeds een rol kan spelen bij de bestrijding van de armoede. Maar met kritische zin. Men beoordeelt dit systeem als een succes, omdat 90% van deze leningen worden terugbetaald. De impact ervan op de arme bevolking werd echter nog onvoldoende bestudeerd. Meer studiewerk is dus nodig
1. Bestaan er binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking programma’s ten behoeve van de armsten, waarin microkredieten een centrale plaats innemen? Zo ja, welke activiteiten werden er in de afgelopen twee jaar dienaangaande ontplooid? Over welk jaarlijks budget gaat het hier?
2. Is de minister zich bewust van de wantoestanden zoals getoond in de Panorama reportage? Kan de minister mij verzekeren dat deze Belgische ontwikkelingsmiddelen geen aandeel hebben in dergelijke ellendige toestanden?
3. Is de minister op de hoogte van het financiële schandaal rond het misbruik van Noors ontwikkelingsgeld door de Grameen Bank? Verleende België financiële steun aan deze bank? Zo ja, heeft de minister een volledig en duidelijk zicht op wat er gebeurd is met deze financiering?
4. Beaamt de minster dat er meer onderzoek en goed empirisch bewijs nodig om het succes van het concept van de microkredieten te bewijzen? Liet de minister al eigen onderzoek uitvoeren over de microkredieten? Steunt ons land internationaal onderzoek aangaande? Heeft de minister dit al aangekaard op Europees niveau?
Antwoord :
Als antwoord op de vraag die werd gesteld door het geachte lid, kan ik hem volgende elementen meedelen:
1. Binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking worden via verschillende kanalen activiteiten ondersteund in het kader van microkredieten. Via zijn Ontwikkelingsfonds en Lokale Muntfonds kan de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO), al dan niet in lokale munteenheden, kapitaalsparticipaties nemen in of kredieten toekennen aan intermediaire financiele instellingen die gericht zijn op KMO’s in ontwikkelingslanden. Deze instellingen omvatten ook microfinancieringsinstellingen. Via de gouvernementele samenwerking worden een aantal interventies ondersteund in het kader van microkredieten in de volgende partnerlanden: Marokko, Senegal en Vietnam. Via de niet-gouvernementele samenwerking worden een aantal niet-gouvernementele organisaties ondersteund die activiteiten hebben op het vlak van microkredieten: Trias, SOS-Faim, Actec, Louvain Coopération au développement en WSM. De sector van de microfinanciering, waaronder naast microkredieten ook sparen, verzekeringen en geldtransacties vallen, omvat ongeveer 25% van de totale engagementen van BIO. In 2009 is er via de gouvernementele samenwerking € 1.942.911 aan microkredieten uitgegeven. In 2010 bedroeg dit € 3.368.160. In de periode 2008-2010 is er via de niet-gouvernementele samenwerking op het vlak van microkredieten € 2.576.115 uitgegeven.
2. Binnen de verschillende interventiekanalen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking zijn er procedures en mechanismen opgezet om wanpraktijken te voorkomen: Voorafgaand aan elke interventie van BIO wordt een analyse gemaakt van de ontwikkelingsrelevantie ervan. Deze analyse gebeurt op basis van de criteria in art. 4 van de wet betreffende de Belgische internationale samenwerking van 25 mei 1999. BIO steunt ook nadrukkelijk de ontwikkeling van principes ter bescherming van de klanten van de microfinancieringssector. Binnen de gouvernementele samenwerking voorziet het derde beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk "Belgische Technische Coöperatie" het kader waarbinnen projecten in het kader van de indicatieve samenwerkingsprogramma’s opgezet, uitgevoerd en opgevolgd worden. Binnen de niet-gouvernementele samenwerking is er een wettelijk kader (KB van 24 september 2006, art. 4 en zijn ministrieel uitvoeringsbesluit van 30 mei 2007, art. 3) voor de toekenning van Belgische bijdragen aan niet-gouvernementele organisaties. Deze organisaties dienen op het einde van hun programma een narratief en financieel verslag in. De bovenvermelde NGO’s die actief zijn op het vlak van microkredieten laten hun programma’s ook auditeren.
3. Ik ben hiervan op de hoogte. De Belgische ontwikkelingssamenwerking verleent geen financiele ondersteuning aan de Grameen Bank.
4. Er is in opdracht van de Belgische ontwikkelingssamenwerking al onderzoek uitgevoerd naar microkredieten. Zo wordt er via de universitaire samenwerking ondersteuning gegeven aan CIUF-ULB voor opleinding en onderzoek in het kader van microfinanciering in de D.R. Congo. Daarnaast is er ook een studie gefinancierd naar microfinanciering in het Midden-Oosten.
[:]