Schriftelijke vraag van M. Ingeborg DE MEULEMEESTER
Vraag :
In 2000 ondertekende de Belgische regering de Millenniumverklaring. Millenniumdoelstelling 5 heeft betrekking op het verbeteren van de gezondheid van moeders. Het is de bedoeling de moedersterfte tussen 1990 en 2015 met 75 procent terug te dringen.
In sommige landen is er op dat vlak tot nog toe echter nauwelijks vooruitgang merkbaar, en dat kunnen we alleen maar betreuren.
Om de anderhalve minuut sterft er ergens in de wereld een vrouw aan de gevolgen van zwangerschap of bevalling. Het gaat om meer dan 1.000 vrouwen per dag. Niet minder dan 99 procent van die sterfgevallen doet zich voor in ontwikkelingslanden en meer dan de helft daarvan in Sub-Saharaans Afrika.
In het licht van de vaststelling dat er op het vlak van de strijd tegen de moedersterfte geen vooruitgang wordt geboekt, hebben de Parlementairen voor de Millenniumdoelstellingen op donderdag 5 mei 2011 een actie op het getouw gezet in het peristilium van het federale parlementsgebouw.
1. Welke initiatieven heeft onze regering genomen om doelstelling 5 te bereiken en de moedersterfte te doen dalen sinds ze de Millenniumverklaring ondertekende?
2. Welke sporen hebben België, de Europese Unie en de internationale gemeenschap gevolgd of welke denksporen werden er ontwikkeld om die dramatisch hoge cijfers te doen dalen?
Antwoord :
Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.
1/ De Belgische Ontwikkelingssamenwerking is zowel met haar bilaterale als met haar multilaterale ontwikkelingsprogramma’s betrokken bij de strijd voor de gezondheid van moeder en kind. De strijd tegen moedersterfte maakt deel uit van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Een specifieke beleidsnota over de Belgische Ontwikkelingssamenwerking op dit gebied is beschikbaar op de website. In het kader van dit beleid maken seksuele en reproductieve gezondheid en rechten deel uit van de gesprekken met de partnerlanden bij de bepaling van de samenwerkingsprogramma’s. Het doel is een gestructureerd en duurzaam karakter te geven aan onze interventies opdat de gehaalde resultaten blijvende verworvenheden zouden betekenen in de gesteunde landen. Er kan opgemerkt worden dat twee derden van de partnerlanden, gezondheid als 1 van de prioritaire sectoren hebben weerhouden. In die landen steunt België de nationale gezondheidsplannen en de gezondheidssystemen met een focus, zoals eerder vermeld, op de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Wat de multilaterale samenwerking betreft werden de bijdragen aan de internationale organisaties die actief zijn op gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten de laatste jaren verhoogd. In 2009 is de vrijwillige bijdrage van België aan de WHO verdubbeld van de 3.5 tot 7 miljoen euro, en aan UNICEF meer dan verviervoudigd, van 4.5 tot meer dan 18 miljoen euro. Ook de bijdrage aan het Global Fund werd verhoogd van 12.4 naar 16.6 miljoen €. In 2010 werden deze bijdragen nog verhoogd tot 7.5, 18.67 en 21 miljoen €.
Daar seksuele en reproductieve gezondheid en rechten dus deel uitmaken van het geheel van de steun aan de geïntegreerde nationale gezondheidsplannen enerzijds en dat de millenniumdoelstellingen, dus ook de moedersterfte, met elkaar verbonden zijn, betekenen de ODA cijfers maar een deel van de bijdragen. De specifieke bijdragen voor reproductieve gezondheid waren van 2006 tot 2009: 34.2, 39.4, 30.6 en 39.8 miljoen €. Voor 2010 staat dit bedrag voorlopig op 32.8 miljoen.
Meer bijzonderheden kunnen ook gevonden worden in de jaarlijkse verslagen over de millenniumdoelstellingen op de site van federale overheid: http://diplomatie.belgium.be/nl/binaries/verslag_belgische_bijdragen_mdg_2009_tcm314- 83727.pdf
2/ Wat België betreft zal de inspanning wat betreft de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de toekomst aangehouden worden. De interventie tijdens de specifieke vergadering hierover gedurende het Millenniumtop ging in die zin: "Wij steunen het pleidooi voor universele toegang tot essentiële gezondheidszorg en de oproep aan de internationale gemeenschap om de nationale gezondheidsplannen te steunen. Maar we moeten de ogen niet sluiten voor de vele factoren, ook buiten de gezondheidssector, die de gezondheid van vrouwen en kinderen aantasten. Economische, sociale en culturele factoren spelen hierbij vaak een doorslaggevende rol. De aanpak van de systemische, sociale en culturele oorzaken van ongelijkheid voor de gezondheid van vrouwen en voor de overlevingskansen van kinderen is dan ook essentieel. "
Wat Europa betreft kan verwezen worden naar de website van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/europeaid/index_en.htm ). Naast de bilaterale steun is de Europese Unie ook actief via haar programma "Investing in People" (2007-2013), waar gezondheid 1 van de pijlers is en onder andere gefocust is op ziekten verbonden met armoede (hiv / aids, malaria en tuberculose) en de bevordering van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
[:]