Op 9 januari 2014 stelde ik u onder nr. 5?10759 de volgende vraag betreffende het in rand vermelde onderwerp :
« Ik verwijs naar mijn eerdere vragen (onder meer schriftelijke vraag 5-369) over dit onderwerp en het onderzoek van professor J. Vincke » Discriminatie van holebi’s op de werkvloer: over inkomensverschillen, sectorsegregatie en het roze plafond » en de studie » (on)Zichtbaar Holebi. De situatie van homoseksuele, lesbische en biseksuele werknemers op de werkvloer van de Vlaamse overheid » van de dienst Emancipatiezaken. Uit de studies bleek ontegensprekelijk dat holebi’s op de werkvloer een aantal problemen ervaren. De problemen blijken meer uitgesproken te zijn in technische diensten. Tevens ervaren holebi’s in het algemeen meer negativiteit bij jongere en oudere collega’s. Van de federale overheid mag worden verwacht dat ze zichzelf een voorbeeldfunctie oplegt met betrekking tot het creëren van een holebivriendelijke werkvloer.
Graag had ik u volgende vragen gesteld met betrekking tot uw diensten of eventuele overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen:
1) Worden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen, problemen gedetecteerd met betrekking tot de coming-out van homo-, bi- of transseksuele werknemers?
2) Ervaart men een verschil in de terughoudendheid van werknemers om voor hun geaardheid uit te komen naargelang er al dan niet leidinggevenden en andere collega’s op de betrokken diensten werken die zich al geout hebben?
3) Werden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen het afgelopen jaar problemen op de werkvloer of pestgedrag gedetecteerd ten aanzien van homo-, bi- of transseksuele werknemers?
4) Zo ja, hoe vaak is dit gebeurd en van welke aard waren die problemen?
5) Zijn die problemen gedetecteerd bij specifieke categorieën van werknemers (leeftijd, geslacht, religie, scholingsgraad, afkomst, …)?
6) Hoe vaak en op welke manier werd hiertegen opgetreden?
7) Werden in de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder uw bevoegdheid vallen specifieke maatregelen genomen om een holebivriendelijke werkomgeving te creëren?
8) Stellen uzelf en/of uw medewerkers een evolutie vast inzake de tolerantie ten opzichte van holebi’s over de jaren heen? Kan u toelichten?
9) Zo ja, welke initiatieven werden genomen?
10) Zo neen, zal dat alsnog op korte termijn gebeuren? »
Tot op heden mocht ik dienaangaande nog geen antwoord ontvangen. Derhalve ben ik zo vrij deze vraag opnieuw aan u voor te leggen. Mag ik aandringen op een spoedige mededeling van uw standpunt ?
Antwoord op de parlementaire vraag nr. 5-10759 (Begroting) van 9 januari 2014 gesteld door Mevrouw Nele Lijnen (N), Senator
1) Noch de vertrouwenspersonen aangeduid in mijn overheidsdienst noch de personeelsdienst hebben enig probleem van die aard opgemerkt of meegedeeld gekregen.
2) Noch de vertrouwenspersonen aangeduid in mijn overheidsdienst noch de personeelsdienst hebben enig probleem van die aard opgemerkt of meegedeeld gekregen.
3) De betrokken personen hebben geen enkel probleem van die aard gemeld bij de vakbonden, de vertrouwenspersonen of de personeelsdienst.
4) Zonder voorwerp.
5) Zonder voorwerp.
6) Zonder voorwerp.
7) Daar het gaat om een element uit het privéleven van de medewerkers heeft de FOD Budget en Beheerscontrole geen specifieke maatregelen genomen om de werkomstandigheden te vergemakkelijken voor personen die deze keuze gemaakt hebben. Zoals voor elk element uit het privéleven tracht de FOD B&B echter werkomstandigheden in stand te houden die de gelijkheid van kansen en persoonlijke keuzes eerbiedigen.
8) Wij hebben geen studies uitgevoerd om een voldoende onderbouwd en ernstig antwoord te kunnen bieden op deze vraag. Wij hebben dan ook geen klare kijk op de evolutie op dit vlak.
9) Zonder voorwerp.
Er werd hiervoor geen enkel initiatief gepland op korte termijn.