Vandaag, 22 oktober, heeft Staatssecretaris voor Europese zaken Olivier Chastel, als vertegenwoordiger van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de EU, deelgenomen aan een vergadering over de uitbreiding van de Europese Unie tot de landen van de Westelijke Balkan.
Deze bijeenkomst vond plaats in aanwezigheid van de landen van de Visegrad-groep (Polen, Tsjechische Republiek, Slowakije en Hongarije) en van de landen van de Westelijke Balkan (Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Kosovo, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië).
De Staatssecretaris voor Europese zaken heeft verklaard dat het Belgisch voorzitterschap het perspectief van de uitbreiding van de EU tot de landen van de Westelijke Balkan volledig onderschrijft.Hij wees erop dat « Het Belgisch voorzitterschap sinds juli tussen de verschillende stromingen onder de leden van de Raad, de rol van consensusbouwer heeft trachten te vervullen. Tot de Raad Algemene zaken van 13 december, tijdens welke op basis van het verslag van de Europese Commissie de conclusies inzake uitbreiding zullen worden aangenomen, zal het Belgisch voorzitterschap deze rol blijven vervullen ».
Met betrekking tot Servië, staat zijn verzoek tot toetreding op de agenda van de Raad Algemene zaken van maandag 25 oktober a.s.Olivier Chastel is ervan overtuigd dat « het voorzitterschap voor alle leden van de Raad een aanvaardbare oplossing zal trachten te vinden ».
Voor het voorzitterschap komt het erop aan ervoor te zorgen dat tijdens het gehele toetredingsproces alle garanties worden vervuld zodat de kandidaat-landen aan het einde van het proces aan alle toetredingscriteria voldoen. Olivier Chastel benadrukte dat « De toetreding van nieuwe landen namelijk zou moeten voortvloeien uit een proces gebaseerd op resultaten en niet zou mogen steunen op het verloop van tijd of de druk van de verwachtingen ». Hij drukte eveneens zijn bezorgdheid uit over de bilaterale kwesties die het uitbreidingsproces belemmeren. »In dit opzicht zullen beide partijen blijk moeten geven van pragmatisme », aldus de Staatssecretaris.