Op dinsdag 2 maart nam Staatssecretaris Olivier Chastel in Boedapest deel aan de informele vergadering van ministers over het Oostelijk Partnerschap, in aanwezigheid van de landen van de Visegrad-groep (Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije), van Zweden in de hoedanigheid van waarnemend land, van de Baltische staten, van de Europese Commissaris voor de Uitbreiding Stefan Füle en van de vertegenwoordigers van het Trio Spanje-België-Hongarije.
In zijn toespraak gaf Olivier Chastel een overzicht van de voorbereiding van het Belgisch Voorzitterschap van de EU-raad vanaf juli 2010 en van de grote thema’s die tijdens het Voorzitterschap zullen behandeld worden : energie-klimaat, het programma van Stockholm inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, de EU2020-strategie, de toetredingsonderhandelingen tot de EU, enz.
De Staatssecretaris benadrukte eveneens de perspectieven die het Oostelijk partnerschap biedt aan de betrokken landen, namelijk Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Volgens de Staatssecretaris, « is België overtuigd van het belang van het nabuurschapsbeleid, met inbegrip van het Oostelijk partnerschap ». De recente uitbreidingen hebben inderdaad gezorgd voor een toenadering tussen de lidstaten en de landen van dit partnerschap. Deze hebben een invloed op de Europese Unie. Olivier Chastel wees nadrukkelijk op de voorwaarden met betrekking tot de liberalisering en versoepeling van de uitgifte van visa.
« Als lidstaat is België steeds bereid tot het bestuderen van de domeinen waarbinnen ons land een bijdrage kan leveren tot een succesvolle uitvoering van het Oostelijk partnerschap, in de vorm van hulp op specifieke vlakken of met expertise », besloot de Staatssecretaris voor Europese zaken.