Op de Ministerraad van donderdag 16 juni stelde Olivier Chastel, de Minister belast met Europese zaken, in overleg met Minister van Buitenlandse zaken Steven Vanackere, de resultaten voor van een reflectie-oefening om het grote aantal inbreuken op de Europese wetgeving en de lange behandelingstermijn van inbreukprocedures te verminderen. Deze oefening is het resultaat van overleg tussen alle bevoegde overheden in België en er werd inspiratie geput uit ervaringen in andere landen, zoals Duitsland, Italië en Spanje.
Net zoals voor de eerste reflectie-oefening in 2009 ter verbetering van het omzettingssysteem voor de Europese richtlijnen, worden er nu concrete maatregelen voorgesteld om een ander probleem aan te pakken. België is immers een van de slechter presterende EU-landen op het vlak van inbreukprocedures.
« Om het aantal inbreukprocedures terug te dringen, versterken we de bestaande instrumenten en verhogen we hun impact. We zullen ook nieuwe maatregelen nemen», zei Olivier Chastel.
Sinds 1 januari 2011 is België lid van EU Pilot, een informeel systeem tussen de Europese Commissie en de lidstaten dat een antwoord moet bieden op klachten en vragen betreffende de correcte omzetting van richtlijnen en de correcte toepassing van het Europees recht. Olivier Chastel heeft de betrokken overheden gevraagd om EU Pilot beter te gebruiken. De samenwerking met de Europese Commissie zal worden opgevoerd door informele contacten en pakketvergaderingen met alle experts.
De gegevensbank Eurtransbel, het centraal beheersinstrument, zal uitgebreid worden met het beheer van de inbreukprocedures. « Het is het ideale instrument om inlichtingen te verzamelen betreffende de inbreukprocedures en zo de vorderingen in de dossiers te controleren, zoals nu al gebeurt voor de omzetting van de richtlijnen », legde Olivier Chastel uit. De Ministers zullen ervoor zorgen dat de planning voor de behandeling van elke inbreukprocedure nageleefd wordt.
« Ik ben blij met de goedkeuring van deze reflectie-oefening en ik hoop dat België binnen enkele jaren het klassement leidt dankzij de vele inspanningen die de overheden zullen leveren om de inbreukprocedures op te lossen », zei Minister Olivier Chastel.
Background :
De Ministerraad, op de zitting van 16 juni 2011:
- beslist om de werkzaamheden voor de omzetting en de inbreukprocedures voort te zetten met alle bestaande structuren en instrumenten (zie punt 4).
- beslist om, gezien de centrale rol van de databank Eurtransbel bij de opvolging van de omzetting van de richtlijnen, deze uit te breiden tot het beheer van de inbreukprocedures. De ministers verbinden zich ertoe zich te houden aan de planning (zie punt 5.2.2) opgesteld voor de behandeling van elke inbreukprocedure. De ministers zullen ervoor zorgen dat de informatie betreffende de inbreukprocedures zal worden opgeslagen in de databank Eurtransbel, van zodra dit centrale beheersinstrument beschikbaar zal zijn in haar nieuwe versie;
- verzoekt alle bevoegde overheden om EU Pilot zo goed mogelijk te gebruiken;
- beslist dat de informatie betreffende de inbreukprocedures voor en van de ministeriële kabinetten zal verbeterd worden door alle middelen vermeld in de nota;
- beslist dat de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese zaken:
- prioritaire inbreukdossiers in de nota’s aan de Ministerraad en aan het Overlegcomité zullen benadrukken;
- de nota’s over de gevolgen van het Verdrag van Lissabon aan de Ministerraad en aan het Overlegcomité zullen voorleggen
- de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Buitenlandse zaken gelasten om de voorzitters van de directiecomités op de hoogte te houden van de lopende inbreukprocedures tegen hun departement tijdens de vergaderingen van het College van Voorzitters en via bilaterale contacten
- op termijn een handleiding voor de behandeling van inbreukprocedures te laten opstellen;
- aan het OFO en aan de Minister belast met Overheidsdiensten zullen voorstellen om de behandeling van de inbreukprocedures te integreren in de opleiding over Europees recht.
- beslist dat de samenwerking met de Europese Commissie zal worden versterkt, door :
- informele contacten, in voorkomend geval aangegaan door de bevoegde autoriteiten;
- de organisatie van pakketvergaderingen, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken, in overleg met de bevoegde autoriteiten;
- het systematisch versturen, na overleg met de bevoegde Belgische overheden over de inhoud, van een lijst met de dossiers die door de Belgische overheden als in orde worden beschouwd en een lijst met de dossiers die minstens 6 maanden stilliggen;
– adviseert om met het verzoek tot verlenging van de antwoordtermijn aan de Europese Commissie spaarzaam om te springen;
– beslist om de Hoge Werkgroep Omzetting en de Gemengde Hoge Werkgroep te belasten met de taak om, op basis van een verslag van de vergadering van het netwerk van eurocoördinatoren en een pilootdossier, na te gaan of het mogelijk is om een systeem te vestigen waarbij een concordantietabel voor intern gebruik kan worden opgesteld voor de zeer complexe richtlijnen.
– beslist dat de informatie tussen de verschillende netwerken EU Pilot en Solvit systematisch zal worden doorgegeven. De bevoegde ministeriële kabinetten zullen worden ingelicht over EU Pilot dossiers die in deze informele fase geen oplossing vonden;
- beslist dat de Ministers erop dienen toe te zien dat de opvolging van de omzetting van richtlijnen en van de inbreukprocedures geïntegreerd worden in een intern doorlichtbaar controlesysteem en verslag uitbrengen bij het Auditcomité van de Federale Overheid;
- nodigt alle autoriteiten uit om alle middelen ter beschikking te stellen die nodig zijn voor het beheer van de omzettings- en inbreukendossiers.