Op dinsdag 20 juli ontving Staatssecretaris voor Europese zaken Olivier Chastel de Vicevoorzitter van de commissie Constitutionele zaken van het Europees Parlement, Zita Gurmai. Volgens het Verdrag van Lissabon zullen het Europees Parlement en de Raad de bepalingen betreffende de procedures en voorwaarden voor het indienen van een burgerinitiatief vastleggen, evenals het minimumaantal lidstaten waaruit de indieners afkomstig moeten zijn.
De Raad heeft op 14 juni een algemene koers goedgekeurd, van waaruit de onderhandelingen met het Europees Parlement kunnen beginnen. « We moeten raakvlakken zoeken met het Europees Parlement, onder andere wat betreft het aantal lidstaten waaruit de handtekeningen afkomstig zijn en het moment waarop de toelating wordt gecontroleerd », zei Olivier Chastel aan Europees volksvertegenwoordiger Zita Gurmai. Het Europees Parlement heeft immers een voorkeur voor ¼ van de lidstaten, terwijl de Raad eerder voorstander is van een minimum van 1/3 van de lidstaten. Inzake de voorwaarden voor de toelating wenst de Raad ministens 100.000 handtekeningen, terwijl het Europees Parlement 5.000 handtekeningen aanbeveelt.
Volgens Staatssecretaris Olivier Chastel, « heeft het Belgisch Voorzitterschap de intentie om het besluit over het burgerinitiatief te laten goedkeuren vóór de 1ste verjaardag van het Verdrag van Lissabon». « Het is ook belangrijk om er een bruikbaar instrument van te maken, dat toegankelijk is voor alle Europese burgers », voegde hij hieraan toe.