Staatssecretaris voor Europese zaken Olivier Chastel heeft samen met de Ambassadeurs van de 26 andere lidstaten en van de kandidaat-lidstaten de balans opgemaakt van de prioriteiten en de vorderingen van de werkzaamheden van het Belgisch Voorzitterschap.
De maand juli werd grotendeels besteed aan de voorstelling van het programma in het Europees Parlement in Straatsburg, aan hoorzittingen van de Belgische Ministers voor de parlementaire commissies van het Europees Parlement, aan verschillende informele raden, aan 3 formele raden (Landbouw, Ecofin en Algemene zaken/Externe betrekkingen van 26 juli).
Olivier Chastel wilde de rol van het roterend Voorzitterschap in het kader van het Verdrag van Lissabon ter sprake brengen. « Wij beschouwen het Voorzitterschap als een dienst die een land bewijst aan een instelling: de EU-raad, voor een periode van zes maanden », zei de Staatssecretaris, en hij voegde hieraan toe: « onze belangrijkste taak is de blijvende inspanningen om vorderingen te boeken op wetgevend vlak ». België zal zich inzetten om alle vernieuwingen die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon te onderzoeken en in de praktijk te brengen.
« We zullen waken over de complementariteit van de taken en ons inspannen voor een gunstige en vruchtbare samenwerking voor de Unie », verklaarde Olivier Chastel met betrekking tot de relaties tussen de verschillende Europese instellingen : de Commissie, de Raad, het Parlement, de Voorzitter van de Europese Raad, de Hoge Vertegenwoordigster.