Schriftelijke vraag van Meneer Denis Ducarme
Vraag :
Op 26 juli 2010 werd op een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken in Brussel de nieuwe diplomatieke dienst van de EU – de Europese Dienst voor Extern Optreden – officieel boven de doopvont gehouden. In deze dienst zullen op termijn duizenden mensen in Brussel en in ambassades buiten de EU werken.
1. Volgens de Franse staatssecretaris voor Europese Zaken Pierre Lellouche zullen een aantal landen als gevolg van de oprichting van die Europese diplomatieke dienst via rationalisaties en synergieën bezuinigingen kunnen doorvoeren.
a) Hoe zal de consulaire aanwezigheid van de EU-lidstaten in de wereld geografisch gerationaliseerd worden?
b) Wat is de positie van de grote lidstaten met een fijnmazig diplomatiek netwerk, zoals Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië?
2. Nederland, Zweden en Bulgarije hebben aangekondigd dat ze uit bezuinigingsoverwegingen van plan zijn ambassades over de hele wereld te sluiten. Die landen trekken de kaart van het netwerk van de nieuwe Europese diplomatieke dienst om ze te vertegenwoordigen in het kader van de consulaire samenwerking tussen landen.
a) Wat zijn de plannen van België?
b) Zullen er ambassades of consulaten afgeschaft worden?
c) Zo ja, welke?
Antwoord :
Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.
1. a) Het effect dat de oprichting van de Europese Dienst voor Extern Optreden op termijn zou kunnen hebben op het Belgische diplomatieke en consulaire netwerk kan op dit moment nog niet ingeschat worden. De Europese Dienst voor Extern Optreden is nog maar net opgericht en zal slechts gradueel ontplooid worden. De Dienst zou zeker belangrijke bijdragen moeten leveren aan de nationale diplomatieke diensten, in het bijzonder in termen van rapportering en analyse. In de huidige opstartfase is het echter niet mogelijk om te evalueren in welke mate deze bijdragen zullen toelaten om onze consulaire of diplomatieke missies te ontlasten van bepaalde activiteiten. De Belgische diplomatieke en consulaire missies zullen bovendien steeds noodzakelijk blijven om onze nationale belangen te verdedigen.
De betrokkenheid van de delegaties van de Europese Unie in consulaire zaken zal, zeker in het begin, slechts beperkt zijn. Het besluit aangaande de organisatie en het functioneren van de EDEO duidt slechts aan dat de delegaties van de Unie de lidstaten ondersteunen, op vraag van deze laatsten, in hun diplomatieke betrekkingen en in hun rol om consulaire bescherming te bieden aan burgers van de Unie in derde landen, neutraal op het vlak van middelen. België zou voorstander zijn van een grotere betrokkenheid van de EDEO en de EU-delegaties in de consulaire bescherming van Europese burgers in het buitenland. Andere lidstaten maken echter meer voorbehoud tegen deze evolutie. De kwestie van de rol van de delegaties van de Unie op vlak van consulaire bescherming zal zeker opnieuw onderzocht worden ter gelegenheid van het herbekijken van het besluit voorzien in 2013.
b) Ik heb geen weet van herstructureringsplannen van de nationale diplomatieke of consulaire netwerken van de grote lidstaten die direct verband zouden houden met de oprichting van de Europese Dienst voor Extern Optreden.
2. Rekening houdend met de hierboven opgesomde elementen is er in dit stadium geen plan om het Belgische diplomatieke en consulaire netwerk te herstructureren. Een denkoefening over deze kwestie zal op termijn echter gemaakt moeten worden in het licht van de ervaring met het concrete functioneren van de EDEO.
[:]