Schriftelijke vraag van de Heer Georges GILKINET
Vraag
In zijn ‘Commentaar en opmerkingen bij de ontwerpen van staatsbegroting voor het begrotingsjaar 2011’ stelt het Rekenhof onder meer het volgende:
‘er is voorzien in een bedrag van 20,5 miljoen euro voor de rentelasten op korte termijn (8,6 miljoen euro in 2010). Die houden hoofdzakelijk verband met de thesaurieleningen die de RSZ-Globaal Beheer gedurende het hele jaar heeft onderschreven om aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen;
de RSZ-Globaal Beheer beschikt bij de Schatkist over een kredietlijn van 1,7 miljard euro en kan een beroep doen op bijkomende financiering door een bankenconsortium;
in 2010 moest de RSZ-Globaal Beheer maximum 5 miljard euro financieren (november 2010) en voor 2011 verwacht men een financieringspiek van meer dan 6 miljard euro;
het Rekenhof stelt vast dat de rentevoeten in 2011 opnieuw zouden kunnen stijgen en dat de federale Staat de leningsbehoeften van het globaal beheer deels zou kunnen lenigen door de storting van zijn financiële bijdrage beter af te stemmen op de kalender van de thesauriebehoeften van de RSZ-Globaal Beheer’.
Gelet op het huidige onevenwicht van de socialezekerheidsbegroting verdient dit commentaar van het Rekenhof de onverdeelde aandacht van zowel diegenen die de begroting beheren als diegenen die ze opmaken. Er moeten oplossingen worden gezocht om die onnodige uitgaven te voorkomen of te beperken.
1. Welke oplossingen werden er reeds in praktijk gebracht of worden er momenteel overwogen om die thesaurieproblemen, en dus die vermijdbare uitgaven voor de RSZ-Globaal Beheer, te beperken?
2. a) Zal de storting van de financiële bijdrage van de federale Staat beter worden afgestemd op de kalender van de thesauriebehoeften van de RSZ-Globaal Beheer?
b) In welke zin en op welke manier?
3. Welke besparingen kunnen er aldus worden gerealiseerd?
Antwoord
Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen :
De regering wil de doelmatigheid en de financiële haalbaarheid van de stelsels voor sociale zekerheid versterken. Daartoe heeft ze een aantal maatregelen genomen om het schatkistbeheer van het globaal beheer van de rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) te optimaliseren.
Zo kreeg het globaal beheer van de RSZ door de programmawet van 23 december 2009 via de Thesaurie een renteloze lening van 1.712,8 miljoen euro in 2010 en 1.066,1 miljoen euro in 2011. Op 22 oktober 2010 heeft de Ministerraad beslist de bedragen van deze leningen aan te passen aan de werkelijke thesauriebehoeften van het globaal beheer van het stelsel van de werknemers. Die behoeften worden geraamd op basis van de verslechtering van de thesaurie tussen de eerste en de laatste dag van het jaar. Daarbij wordt rekening gehouden met de terugbetalingen die de verzekeringsinstellingen kunnen eisen op hun wachtreserves tot 30 april van het volgende jaar. De storting van de tweede schijf van de lening 2010 werd daarom opgeschort. Het saldo, zoals bepaald kon worden na correctie met de wachtreserve, werd geregeld voor de eerste donderdag van de maand februari 2011 ten belope van een bedrag van 290 miljoen euro. Voor de renteloze lening van 2011 werd geen enkele storting tot hiertoe uitgevoerd.
Door de voornoemde programmawet stortte de federale overheid ook een bijzondere dotatie aan de RSZ – globaal beheer. Zo kan de regering het traject nakomen dat België heeft bepaald in zijn stabiliteitsprogramma, namelijk tegen 2015 een begroting in evenwicht te halen. Zo heeft de overheid in 2010 een bedrag van 2.297,1 miljoen euro gestort. Aanvankelijk zou ze in 2011 een bedrag storten van 2.493,4 miljoen euro. Dit bedrag werd herzien ten bedrage van het overschot in de socialezekerheidsstelsels in ESR termen tot 1.007,6 miljoen euro.
Het nieuwe regeerakkoord voorziet in het verder zetten van een bijkomende dotatie, bovenop de gewone dotaties van de federale overheid (zoals in 2010 en 2011) tot en met 2014. Deze dotatie, voortaan evenwicht dotatie genoemd zal elk jaar moeten worden berekend zodat de sociale zekerheid geen overschotten of tekorten op haar ESR-rekeningen heeft.
Wat betreft de middelen uit de alternatieve financiering van de sociale zekerheid werd er in 2011 een bijzondere inspanning geleverd om tegen eind september in plaats van eind november, zoals vroeger het geval was, de bedragen uit te betalen van de enveloppes die onderworpen zijn aan uitvoeringsbesluiten. Zo werd het kasbeheer van de RSZ – globaal beheer, voor het laatste kwartaal van het jaar draaglijker. Dit zal verder gezet worden door het houden van regelmatige opvolgingsvergaderingen op de FOD Sociale Zekerheid in aanwezigheid van alle gesprekspartners betrokken bij de alternatieve financiering.
Tot slot bestaat bij de RSZ een Commissie voor financiële problemen. Elke maand stelt die een inventaris op van de stortingen die de FOD Financiën heeft gedaan inzake toelagen en alternatieve financiering. Samen met de instellingen voor sociale zekerheid gaat ze na wat inzake thesaurie is gerealiseerd en wat moet worden geraamd. Door deze maandelijkse vergaderingen is het mogelijk de kas van het Globaal beheer optimaal op te volgen.