Net zoals ieder jaar moest België tegen eind april een Stabiliteitsprogramma bij de Europese Commissie in te dienen. In dit Stabiliteitsprogramma moeten de begrotingsdoelstellingen voor de jaren 2014 tot 2017 voorgesteld worden.
Het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 introduceerde enkele nieuwe vereisten in tegenstelling tot de vorige jaren. Ten eerste wordt over de algemene begrotingsdoelstelling van de overheden vooraf in het Overlegcomité overlegd. Ten tweede dient de vastlegging in nominale en in structurele termen van de individuele begrotingsdoelstellingen van de diverse niveaus ook door een beslissing van het Overlegcomité goedgekeurd te worden.
In haar advies van maart 2014 over het begrotingstraject ter voorbereiding van het Stabiliteitsprogramma 2014 – 2017 beveelt de Afdeling “Financieringsbehoeften van de Overheid” van de hoge Raad van Financiën een globaal traject en een verdeling van dit traject onder de geledingen van de gezamenlijke overheid aan. Volgens het advies van de Hoge Raad van Financiën is het globaal traject gebaseerd op het bereiken van een structureel evenwicht in 2016 en de realisatie van de middelangetermijndoelstelling (dit is een structureel overschot van 0,75%) in 2017.
Aangezien er op zondag 25 mei 2014 federale en deelstaatverkiezingen zijn, bestaat het stabiliteitsprogramma uit een louter indicatief traject zowel voor de algemene begrotingsdoelstelling als voor de verdeling van de doelstellingen onder de diverse geledingen. Het is aan de volgende regeringen om opnieuw te overleggen en een beslissing te nemen overeenkomstig de procedure voorzien in het Samenwerkingsakkoord van 13 december 2013.