Minister van Begroting Olivier Chastel heeft op 21 december de grote lijnen van de begroting 2013 in de Commissie Financiën en Begroting van het parlement voorgesteld.
Tijdens zijn toelichting aan de parlementairen heeft de Minister verschillende hoofdstukken zoals de economische omgeving, het begrotingsbeleid, de primaire uitgaven, de problematiek van de vergrijzing, het werkgelegenheidsbeleid, de sociale zekerheid, de niet-fiscale ontvangsten, de budgettaire gevolgen van de betrekkingen tussen de federale overheid en andere overheden en de meerjarenvooruitzichten behandelt. Hij eindigde zijn uiteenzetting met de voorstelling van het beleid van de FOD Budget en beheerscontrole in 2013.
De Regering is bij het opstellen van de begroting 2013 uitgegaan van een groeihypothese van 0,7%. De voorspellingen van de Commissie en van de OESO waren overigens gelijklopend met deze van het Federaal Planbureau.
“De begroting respecteert het traject van het Stabiliteitsprogramma, namelijk het beperken van het deficit tot 2,15 procent van het bbp” verklaarde Olivier Chastel. “Naast de voorbereidingen en de opmaak van een begroting, hangt het succes van een begrotingsbeleid meer dan voorheen af van een strikte opvolging van de uitvoering van de begroting en van de mogelijkheden om deze geregeld aan te passen.”
“Om het deficit te verminderen naar de doelstelling van 2,15% was een inspanning van 3,7 miljard euro noodzakelijk. Een reeks technische correcties voor 0,3 miljard euro werden op dit cijfer toegepast. Een inspanning van 3,4 miljard euro was dus nodig voor het jaar 2013” legde Olivier Chastel uit. Daarenboven bedraagt de inspanning op basis van het meerjaren begrotingsplan 2012-2014, 18 miljard euro.
Een groot deel van de besparingen werd gerealiseerd binnen de overheidsadministraties en binnen de overheidsbedrijven. De inkomens van de gezinnen en hun uitgaven werden gespaard. Er werd ook geen nieuwe lasten op arbeid ingevoerd.