Op 13 november heeft Minister van Begroting Olivier Chastel het begrotingsontwerp voor 2014 voorgesteld aan de volksvertegenwoordigers van de Commissie voor Financiën en Begroting.
In zijn inleiding heeft Olivier Chastel de macro-economische parameters in herinnering gebracht waarop de begroting 2014 is gebaseerd, met name een groei van het bruto binnenlands product (bbp) van 0,1% in 2013 en van 1,1% in 2014. Voor 2014 wordt de inflatie op 1,3% geschat. De Minister heeft gepreciseerd dat de strikte toepassing van de loonnorm die geen loonverhoging (buiten indexering en baremieke verhogingen) toelaat, gecombineerd met een beleid gericht op de beheersing van de prijsevolutie van onder andere energie, er voor zorgt dat de spilindex later zal overschreden worden dan oorspronkelijk voorzien werd. De ramingen van de macro-economische parameters liggen in lijn met deze gehanteerd door het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Commissie. Voor wat betreft de arbeidsmarkt blijft de situatie ervan een bezorgdheid. Bovendien zijn de vooruitzichten van de Europese instanties optimistischer dan deze van de begroting (8,7% tegen 8,9% voor 2014).
Voor het jaar 2014 heeft de Regering zich geëngageerd om het structureel tekort van de overheid terug te dringen tot 1,2 % van het bbp, wat met een nominaal tekort van 2,1 % van het bbp overeenstemt. Entiteit I, de federale overheid, moet haar tekort voor wat zijn deel betreft beperken tot 2,3 % van het bbp.
“We hebben nota genomen van de herfstvooruitzichten van de Europese Commissie waarin erkend wordt dat inspanningen voor het jaar 2013 geleverd werden” heeft Olivier Chastel verklaard. België zou uit de buitensporige tekort procedure kunnen komen indien uit de cijfers van 2013 blijkt dat het nominaal tekort definitief onder de 3% van het BBP ligt.
Olivier Chastel heeft er aan herinnerd dat België voor een evenwichtige aanpak zal blijven pleiten die zowel een haalbare strengheid op het vlak van de begroting als een ondersteuning van de groei en de werkgelegenheid omvat.
Het volume aan primaire uitgaven bedraagt 48,187 miljard euro. Er werd een interdepartementale provisie van 145,3 miljoen voorzien die dus een marge voor onvoorziene uitgaven, de gerechtskosten, etc. bevat. De onderbenutting, dit zijn de op de uitgaven in 2014 te besparen bedragen, wordt op 870 miljoen vastgesteld. Een monitoring van de onderbenutting zal over de eerste drie maanden van het jaar 2014 uitgevoerd worden en vanaf april zal een maandelijks monitoring uitgevoerd worden. Tenslotte wordt naar analogie met 2013 een administratieve blokkering van de kredieten voor een bedrag van 400 miljoen euro voor de FOD’s en POD’s voorzien. Dit zal in een gedeeltelijke vrijmaking van de personeelskredieten ten belope van 98%, van de werkingskredieten ten belope van 85% en van de investeringskredieten ten belope van 80% resulteren.
Voor wat betreft het luik “fiscale ontvangsten” dat al op 12 november werd voorgesteld door Minister Koen Geens heeft Olivier Chastel er aan herinnerd dat ongeveer 57% van de fiscale ontvangsten van 2014 aan andere overheden zullen worden overgedragen. De over te dragen middelen worden op 42,017 miljard geschat. De niet-fiscale ontvangsten voor 2014 worden geraamd op 5,077 miljard. Het samenvoegen van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten levert de totale ontvangsten ten bedrage van 51,422 miljard euro op.
He saldo van de sociale zekerheid werd tot 6,171 miljard aangepast en vertoont geen overschot noch een tekort. Het begrotingssaldo van het stelsel van de werknemers bedraagt – 139 miljoen EUR voor 2014.
De geneeskundige verzorging is in principe in evenwicht sinds een nieuw financieringsmechanisme wordt toegepast. De begrotingsdoelstelling werd vastgelegd op 27,862 miljard. Dit houdt een stijging van 4,4 % in ten opzichte van 2013.
De regering heeft ook extra middelen vrijgemaakt in 2014 voor het relancebeleid. Deze maatregelen betreffen meer bepaald de arbeidskost, het ondersteunen van jobcreatie en vorming, het behoud van de koopkracht, het beperken van de energiekosten en het ondersteunen van onderzoek en ontwikkeling en van innovatie. Sinds het begin van de legislatuur heeft de regering in totaal 50 relancemaatregelen beslist voor een totaal bedrag van 1,1 miljard EUR. Overleg is nog steeds bezig tussen de federale overheid, de sociale partners en de Gemeenschappen en Gewesten met het oog op het identificeren van de bijkomende maatregelen.
“Niettegenstaande het reeds gerealiseerde herstel, moet het begrotingsbeleid gericht blijven op de aanhoudende vermindering van het begrotingstekort overeenkomstig de engagementen aangegaan in het stabiliteitsprogramma van april 2013” stelde Minister Olivier Chastel als conclusie.
Op 20 november zullen de debatten in de Commissie voor Financiën en Begroting verder gezet worden waarbij de Volksvertegenwoordigers vragen aan de Minister zullen kunnen stellen. Eind november – begin december zullen de leden van de Commissie over het ontwerp stemmen zodat dit daarna in plenaire zitting van het Parlement vóór 31 december 2013 besproken en gestemd wordt.