Vraag van mevrouw Sonja Becq
Vraag :
Een nieuwe studie over het geweld op vrouwen in de Democratische Republiek Congo spreek over 1.153 slachtoffers per dag. Elk uur worden er dus 48 vrouwen verkracht. Dinsdag werd de gynaecoloog Denis Mukwege gelauwerd met de Koning Boudewijnprijs voor zijn hulp aan de slachtoffers. De heer Mukwege is boos, en terecht, omdat er alleen aandacht voor deze gruwel is als er een rapport verschijnt of een prijs wordt uitgereikt.
Congo is een van onze belangrijkste partnerlanden voor ontwikkelingssamenwerking. Aan onze hulp zijn voorwaarden inzake de mensenrechten gekoppeld, maar het geweld gaat gewoon door en zit onderhand in de plaatselijke cultuur ingebakken.
Bevestigt de minister van Ontwikkelingssamenwerking deze cijfers? Op welke manier probeert ons land iets aan de gruwel te doen? Dat kan via de hulpverlening en de samenwerkingsverdragen met de DRC?
Antwoord :
De cijfers in de studie schokken mij ook. Meer dan duizend vrouwen per dag worden verkracht, dat is veel meer dan de 16.000 per jaar waarover de VN spreken.
Deze studie is gebaseerd op gegevens uit de meest recente national health survey en is opgesteld volgens een methodologie die in tachtig landen wordt toegepast. Ze kan dus als betrouwbaar worden beschouwd. En zelfs als we een grote foutenmarge in acht nemen, blijven de cijfers onrustwekkend hoog.
België is zich al lang bewust van de vreselijke situatie in de DRC. Van 2005 tot 2009 financierden wij een VN-programma ter bestrijding van seksueel geweld in Congo. In 2009 gaven wij 10 miljoen euro aan het Fonds de Stabilisation et de Redressement. Daarnaast maakt de strijd tegen geweld ook deel uit van het indicatief samenwerkingsprogramma met de DRC.
Wij willen onze steun aan Congo voortzetten. De internationale druk heeft zeker een invloed. Het beleid in Congo kan het seksueel geweld en de straffeloosheid steeds moeilijker negeren, al moeten er nog heel wat stappen worden gezet. België blijft zijn pleidooi herhalen.
[:]